Frankrijk mocht lange tijd dromen van een tweede wereldtitel op rij, maar kwam uiteindelijk van een kale reis terug. In de finale tegen Argentinië moesten ze na strafschoppen het onderspit delven, maar eigenlijk was het al een half mirakel dat ze zover geraakt waren. Les Bleus moesten immers twee keer vanuit een geslagen positie terugknokken.
De Fransen waren immers dramatisch aan de wedstrijd begonnen en stonden na 35 minuten al 2-0 in het krijt. Het noopte bondscoach Didier Deschamps tot een drastische ingreep, want nog voor rust haalde hij Olivier Giroud en Ousmane Dembélé al naar de kant voor Marcus Thuram en Randal Kolo Muani. Opmerkelijk, want hij had ook vijf minuten langer kunnen wachten tot de pauze.
"Ik heb zo vroeg gewisseld omdat ik niet tevreden was met wat ik zag", maakt Deschamps echter duidelijk aan TF1. "Ik was ervan overtuigd dat het met andere spelers beter zou lopen en dat is uiteindelijk ook gebleken. Dat is de verdienste van de invallers, het is zeker niet dat de jongens die eruit gingen meer schuldig waren dan de anderen."
BIJNA HELDENROL
Dembélé en Giroud kwamen amper in het stuk voor, waarbij die eerste ook de strafschop veroorzaakte die tot de 1-0 leidde. Met Thuram en Kolo Muani liep het vooral na rust een stuk beter, ook omdat Mbappé zo in een meer centrale rol kon spelen. Die eerste gaf de assist voor de gelijkmaker, terwijl die laatste zelfs de absolute held van de Franse natie had kunnen worden. In de slotseconden van de verlengingen liet hij echter oog in oog met Martinez de 4-3 nog liggen.