KRC Genk werd 35 jaar geleden opgericht uit een fusie tussen Waterschei en Winterslag. Tien jaar later begon de club onder Aimé Anthuenis aan het pakken van prijzen. De voormalige trainer van Genk ging met Pierre Denier, toen zijn T2, grasduinen in het verleden. Dat deed hij in de catacomben van de Cegeka Arena naar aanleiding van de boekvoorstelling van Racing Limburg.
Het event ging door in het prachtige Café Pierre in de Cegeka Arena. Het is een zeer mooi eerbetoon aan ‘Mister Genk’ Pierre Denier. Die speelde plus minus 800 matchen voor Winterslag en KRC Genk, was nadien 24 jaar assistent-trainer, 6 jaar teammanager, kende 44 hoofdtrainers, was een aantal keren interim-trainer, en is nu nog steeds werkzaam binnen de club. Hij staat in voor het uitnodigen van ex-spelers, trainers en anderen. Denier, die volgend jaar 50 jaar aan Racing Genk zal verbonden zijn, sprak over zijn passage als speler en trainer.
"De beste speler waarmee ik heb gespeeld, dat is toch Luc Nilis. Ik speelde maar anderhalf jaar samen met hem bij Winterslag, want nadien trok hij naar Anderlecht. De beste die ik onder mijn hoede heb gehad, dat is Kevin De Bruyne. Hij speelde zijn eerste match bij de A-ploeg bij mij, toevallig net als Thibaut Courtois. Of dat toeval is? Ja, want ik denk dat eender welke trainer daar op de bank zat die twee mannen wel in de ploeg had gezet (lacht). Daar heb ik weinig verdienste aan”, aldus Denier.
DE CONDE
De sympathieke Limburger legt ook uit waarom hij nooit hoofdtrainer is geworden van ‘zijn’ Racing Genk. “Ik moest enkele keren depanneren bij Genk, maar ik wilde nooit hoofdtrainer worden. Want dan weet je dat dit het begin van het einde is en ik wilde altijd voor Genk blijven werken. Ik heb nooit het grote geld verdiend, maar ik ben schatrijk aan ervaringen. Die waardering voor de club is enorm."
Hij had ook nog lof voor het huidige bestuur. "Voorzitter Peter Croonen levert uitstekend werk, want hij zet de juiste mensen op de juiste plaats. De beste transfer is geen voetballer, maar die werd 7-8 jaar geleden afgerond. En dat is het aanstellen van Dimitri De Condé als sportief verantwoordelijke. Hij heeft al geweldig werk geleverd en dat is voor mij de beste transfer van Genk geweest.
'ZOTTE’ ANTHUENIS'
Denier legde meteen een bruggetje naar Anthuenis. “Bij hem is het grote succes begonnen". Hij was Denier zeer dankbaar. “Pierre was een geweldige man om mee samen te werken. Een klankbord. Iemand op wie je kon rekenen en geen enkele trainer die met hem heeft mogen samenwerken, zal een negatief woord zeggen over Pierre. Iemand als hem, dat kan je nu niet meer vinden."
"Ik kwam hier aan en er waren 28 spelers in de tweede klasse. Maar ik merkte meteen dat Genk op zijn tijd vooruit was. Er was een medisch departement, een scoutingscel… In Oost-Vlaanderen lachten ze wel eens met Limburgers, maar ik zei toen al dat ze hier 10 jaar vooruit waren op de rest van België. Ik weet dat de voorzitter Remi Fagard een dik boek had met alle jonge KMO’s uit de omgeving. Genk stond toen al op zéér veel vlakken bijzonder ver en de laatste jaren hebben ze nog meer stappen voorwaarts gezet."
"We hadden toen een geweldige ploeg en we speelden toen al met drie spelers achteraan en hoge flanken. Davy Oyen en Jacky Peeters speelden soms als rechteraanvaller. We hadden box-to-box-spelers… En natuurlijk Branko Strupar en Souleymane Oulare. Zij bleven ook verschillende jaren, wat een zegen was voor een coach. Zo spelers kan je nu geen jarenlang aan boord houden”, blikte Anthuenis terug.
In Genk was het in die periode altijd feest. "We sloten hier met de technische staf vaak het Themacafé af, nu heb je tien cafés in het stadion. Ik moest dan terug naar Lokeren en was altijd ‘vroeg’ thuis. Of het niet eerder laat was? Ahnee, ‘vroeg’ eh”, lacht Anthuenis. “Ik zei tegen mijn vrouw altijd: ‘Klaag niet, want ik werk bijna tegen de Duitse grens’”, vertelde Anthuenis op zijn gekende sappige wijze. Over het trainerschap zei hij tot slot nog. “Je moet zot zijn om trainer te worden. En als je niet zot bent, dan wordt je dat wel als trainer. Maar ik was zot."
"Racing Limburg" van Geert Foutré kost 25 euro, is uitgegeven bij Borgerhoff & Lamberigts en onder meer te koop bij Standaard Boekhandel.
Claudio Reulens