Enkele weken geleden kwam Tarik Tissoudali terug van een kruisbandletsel die hij vorige zomer opliep in de thuiswedstrijd tegen STVV. In een gesprek met Het Nieuwsblad vertelt hij over zijn revalidatie en zijn nieuwe concurrenten in het aanvallend compartiment bij KAA Gent.
“Nee, ik ben nog niet op mijn oude niveau, maar wel volledig hersteld. Ik moet nu nog iets sneller reageren en ook wat meer durven”, vertelt de Marokkaans-Nederlandse spits. Veel blessures maakte hij nog niet mee, en tijdens de revalidatie werkte Tissoudali harder dan ooit te voren: “Ik heb echt alles gegeven. Net als de kinesisten. Als ik een eerste keer scoor, zal ik sowieso iets doen voor hen. Nu besef ik hoe belangrijk zo’n mensen zijn voor ons.”
Bij de 30-jarige straalt vooral dankbaarheid uit. Dat besefte hij ook nadat hij een gesprek had met de broer van Abdelhak Nouri, die in 2017 getroffen werd door een hartstilstand. “Het gaat beter met Nouri, maar in onze cultuur zeggen we dan ook altijd: het gaat goed. We zijn dankbaar voor wat we hebben. Die ingesteldheid hielp me ook tijdens mijn revalidatie. Ik heb er enorm veel van geleerd. Ik besefte dat ik nog de kans kreeg om terug te keren op het hoogste niveau.”
CONCURRENTIE
Om toen de blessure van Tissoudali op te vangen, trok KAA Gent Hugo Cuypers en Gift Orban aan en kregen de Buffalo’s een nieuw koningskoppel. Maar die concurrentie schrikt Tissoudali niet af: “Welk alternatief heb ik? Ik ga sowieso niet weg.” Vorige zomer leek er een buitenlandse toptransfer in de maak, tot de blessure roet in het eten gooide. Alhoewel: “Het was altijd mijn intentie om te blijven. Uit respect voor Gent zou ik ook nooit naar een andere Belgische club gaan”, vertelt hij. “Ik tekende bij mijn contractverlenging niet toevallig bij tot 2026. Dan ben ik er 33. Op die leeftijd denk je misschien wel eens aan een lucratieve transfer. Maar waarom zou ik vertrekken als ik me dan nog altijd goed voel in Gent?”