Union blijft maar verbazen. In zijn eerste twee seizoenen in de Jupiler Pro League strandde het telkens op een zucht van de landstitel, waar het vorig seizoen nog eens een kwartfinale in de Europa League bovenop deed. Deze zomer leek het sprookje eindelijk te gaan eindigen met het vertrek van Karel Geraerts en een resem sterkhouders.
Niets blijkt echter minder waar, want na negen speeldagen staat Union gewoon weer aan de leiding in de competitie. De Brusselaars pakten 19 op 27 en wipten daarmee vorig weekend over AA Gent in het klassement. Ze hebben evenveel punten als de Buffalo's, maar een match meer gewonnen.
Straffe transferzomer
Ook in de Europa League wisten ze zich gewoon weer te plaatsen voor de groepsfase. Donderdagavond volgt de bekroning van het werk van de voorbije jaren met een galamatch op Anfield tegen Liverpool. Dat is uiteraard een gelegenheid waar iedereen binnen de club hard naar uitkijkt.
Het wordt uitkijken hoe het 'nieuwe' Union zich zal weren tegen de Engelse grootmacht. Alexander Blessin is er in ieder geval in geen tijd in geslaagd om een sterk elftal te smeden uit alweer de nodige geslaagde transfers. Spelers als Kevin Mac Allister, Charles Vanhoutte en Mohamed Amoura zijn in geen tijd uitgegroeid tot sterkhouders die al mooie dingen lieten zien.
Met dank aan O'Loughlin
CEO Philippe Bormans duidt dan ook technisch directeur Chris O'Loughlin aan als de architect van het succes. "Chapeau voor zijn uitzonderlijke werk in de rekrutering", stelt hij bij RTBF. "Hij zorgt ervoor dat nieuwe spelers zich bijzonder snel kunnen aanpassen aan ons DNA en dat ze passen in onze manier van werken."
O'Loughlin duikelde de voorbije jaren met de hulp van het datamodel van eigenaar Tony Bloom al de nodige pareltjes op. "Wanneer iemand bij ons aankomt, weet hij waaraan hij zich mag verwachten. Hij weet al waar Union voor staat en dat versnelt de aanpassing, integratie en automatismen", beseft Bormans.