RSC Anderlecht pakte afgelopen zomer uit met een gigantisch transferoffensief. Zo haalde Paars-Wit een waslijst aan nieuwe spelers in huis, waaronder verschillende namen met een pak Europese ervaring. Al werden niet alle deals tot een goed einde gebracht.
Sportieve baas Jesper Fredberg stond voor een lastige taak tijdens de voorbije mercato. Zo moest hij spelers overtuigen om bij de nummer 11 uit de Belgische competitie te komen voetballen, zonder uitzicht op Europees voetbal. Daarnaast moest hij er ook nog eens voor zorgen dat de salarisuitgaven relatief beperkt bleven.
Maar daar slaagde de Deen wonderwel in. Zo pakte hij uit met enkele stevige ervaren krachten als Mats Rits en Thorgan Hazard. Daarnaast deed Fredberg vooral beroep op zijn Deense connecties. Met Kasper Dolberg, Thomas Delaney en Kasper Schmeichel haalde hij liefst drie Deense internationals in huis.
Keeperscarrousel
Die laatste transfer deed hier en daar wel de wenkbrauwen fronsen, met Maxime Dupé had Anderlecht eerder immers al een nieuwe keeper gehaald. Al kon een tweede sluitstuk niet zoveel kwaad. Paars-Wit had met Bart Verbruggen en Hendrik Van Crombrugge zelf ook al twee doelmannen laten gaan.
Naast Schmeichel en Dupé werden dan ook andere pistes overwogen. Zo viel onder meer de naam van Rode Duivel Thomas Kaminski. Die had eerder al een tijdje voor Paars-Wit gespeeld en had enkele goede seizoenen achter de rug bij Blackburn Rovers.
Geen RSCA, wel Premier League
Uiteindelijk ging de transfer echter niet door en belandde Kaminski via Luton Town in de Premier League. Nochtans had hij een terugkeer wel zien zitten. "Er was even sprake van Anderlecht deze zomer, maar niet echt concreet. Maar ik stond er wel voor open. Ik ben van kleinsaf fan van Anderlecht het is tien minuten van bij mij thuis. En de trainer, Brian Riemer, ken ik nog van bij Kopenhagen", verklapt Kaminski in gesprek met Het Nieuwsblad.