Stilaan manifesteert Union zich alsmaar meer als een echte Belgische topclub, want het strijdt nu toch al voor het derde seizoen op een rij mee voor de titel in de Jupiler Pro League. Dat zorgt ervoor dat ook het imago van de Brusselaars aan het keren is en er af en toe zure reacties komen.
Toen Union op het hoogste niveau terugkeerde, konden ze aanvankelijk op heel wat sympathie rekenen. Stilaan beginnen ze echter een doorn in het oog van de traditionele topclubs te worden en dat zorgt ervoor dat er soms wat schamper over hun succes gedaan wordt.
Geen link met Brighton
Eén van de meest frappante voorbeelden kwam van Bart Verhaeghe. De voorzitter van Club Brugge liet ooit optekenen dat zijn ploeg het niet moest opnemen tegen Union, maar tegen 'Brighton B'. Union is/was net als de Engelse club immers in de handen van miljardair Tony Bloom.
In MIDMID dient Philippe Bormans, de CEO van Union, Verhaeghe echter stevig van antwoord. "Er is geen link met Brighton", benadrukt hij. "Er is wel een link met Bloom, die minderheidsaandeelhouder is, en met Munzio, die ook in de datawereld zit. Het is Munzio die de data binnenbrengt en wij betalen ook voor die data."
Club zélf ook gesteund door rijke Amerikanen
En Bormans heeft nog iets te zeggen over de kritiek van Verhaeghe. "Verhaeghe zit met een identieke situatie, want zijn minderheidsaandeelhouder is een Amerikaanse 'boîte' met een veelvoud van het vermogen van elke andere eigenaar in België. Is dat dan ook oneerlijk?"
Ondanks dat Union af en toe een speler huurt van Brighton, lijken de twee clubs toch grotendeels onafhankelijk te werken. Bovendien hebben de Brusselaars ondanks de steun van Bloom nog altijd een veel kleiner budget dan de andere Belgische topclubs.