De komende dagen mogen de Belgische clubs weer aan de bak in Europa. Woensdagavond speelt AA Gent al zijn terugwedstrijd tegen Maccabi Haifa, donderdag is ook Union aan zet in de Conference League. Er wacht de Brusselaars een lastige trip naar Frankfurt.
Ze moeten nog vol aan de bak tegen de Europa League-winnaar van 2022 om een ticket voor de achtste finales af te dwingen, nadat de heenwedstrijd in het Lotto Park op 2-2 eindigde. Daar mocht Union eigenlijk blij mee zijn, want het keek na tien minuten al tegen een dubbele achterstand aan.
Union wil naar achtste finale Conference League
"We trekken met een positief gevoel naar Frankfurt", geeft CEO Philippe Bormans dan ook aan bij Het Nieuwsblad. "Het zal niet makkelijk zijn, want Frankfurt staat bekend om de hevige sfeer in het stadion. Toch geloven we erin, we maken zeker kans. We willen ook graag doorstoten."
Een achtste finale zou natuurlijk mooi op het palmares van Union, maar in dat geval belooft hun programma de komende maanden wel moordend te worden. Ook de play-offs in de Jupiler Pro League komen er immers snel aan en Union maakt na een 2-1-nederlaag in de heenwedstrijd tegen Club Brugge ook nog kans op de bekerfinale.
Niet kiezen tussen competitie, beker en Europa
Mogelijk zal Union dus zijn prioriteiten moeten gaan stellen, maar dat weigert Bormans voorlopig. "We zijn nog op drie fronten actief, we hoeven niet te kiezen", oppert hij. "We willen elk jaar Europa in, wel we zijn nu in Europa. Het zou onnozel zijn om dan niet door te willen naar de volgende ronde. De titelstrijd in de competitie is nog lang. De bekerwedstrijd tegen Club Brugge zal er wel snel zijn. We willen naar de finale op de Heizel dus ook daar gaan we geen cadeaus geven."
Het mag duidelijk zijn dat Union dit seizoen absoluut een prijs wil winnen, nadat het de twee vorige seizoenen telkens net naast de titel greep. In de competitie staat het er dit seizoen alvast wel uitstekend voor, met acht punten voorsprong op eerste achtervolger Anderlecht en zelfs al zeventien en achttien punten op respectievelijk Club Brugge en Antwerp.