Sinds Marc Coucke de club in handen kreeg, slaagde RSC Anderlecht er niet meer in om zich als een volwaardige titelkandidaat te profileren. Maar dat is dit seizoen wel weer het geval. En dat heeft onder meer te maken met de mentale sterkte van de selectie.
In 2017 pakte Paars-Wit de voorlopig laatste van zijn 34 landstitels. Vervolgens kreeg de club af te rekenen met een donkere periode, zowel op sportief als financieel vlak. Een derde plaats was sindsdien de beste eindnotering voor de recordkampioen. Maar daar lijkt in de huidige jaargang verandering in te komen.
Na een spectaculair transferoffensief tijdens de zomer, kreeg coach Brian Riemer immers een selectie voorgeschoteld die in staat bleek om voor de prijzen te spelen. Daar plukt RSCA nu de vruchten van. Maar die kwaliteitsinjectie is niet de enige reden voor de wederopstanding.
Eigen bubbel
Enkele jeugdproducten slaagden er immers in om een nieuwe stap te zetten in hun ontwikkeling. Bovendien was de sfeer binnen de kleedkamer zelden beter. Door dat samenhorigheidsgevoel is de mentale sterkte binnen de spelersgroep momenteel bijzonder groot.
En dat zou wel eens een bepalend titelwapen kunnen worden. "Onder de kritiek zijn we altijd gefocust gebleven op ons plan en op onszelf. Die bubbel die we samen creëerden, is onze sterkte. We zijn altijd blijven geloven in onszelf en onze kwaliteiten en vooral in de mentaliteit van de groep, van die goeie mix tussen jonge en ervaren spelers", stelt Théo Leoni bij De Zondag.
Terugknokken
Door die mentale weerbaarheid slaagde RSCA er dit seizoen al meermaals in om terug te knokken na een domper. Tijdens de wedstrijd op Club Brugge van in de reguliere competitie bijvoorbeeld, toen Anderlecht ondanks een achterstand toch met 1-2 ging winnen op Jan Breydel. "Dat heeft ons geleerd dat je er tot het einde moet in geloven, dat het twee invallers waren die het verschil maakten en dat onze groep al heel het seizoen onze sterkte is. We waren solide, maar nogmaals, elke wedstrijd is anders."