Speeldag 23 in de Jupiler Pro League stond helaas weer bol van de discutabele fases. De potentiële rode kaart voor STVV-verdediger Zineddine Belaïd zijn 'aanslag' op Antwerp-aanvaller Gyrano Kerk komt niet aan bod, maar in het wekelijkse Under Review laat Jonathan Lardot wel zijn licht schijnen op enkele andere beslissingen van het arbitragekorps.
Beginnen doet de technisch directeur van het Referee Department met een mogelijke strafschopovertreding van Westerlo-verdediger Isa Sakamoto op Genk-spits Hyeon-gyu Oh. "De fout vindt plaats buiten de zestien, en dus kan het zeker geen penalty zijn. Een rode kaart zou ook overdreven zijn. De scheidsrechter had wel moeten fluiten en geel geven."
Heymans ontsnapt aan uitsluiting
Nadien gaat het om misschien wel het meest besproken moment van het voorbije weekend, met name de elleboogstoot die Daan Heymans (Charleroi) uitdeelde aan Christiaan Ravych (Cercle Brugge). Al dan niet bewust, al bestaat daar volgens Lardot geen twijfel over. "Je ziet hem zijn slag wapenen. Ik beschouw dit dus als een opzettelijke beweging."
"We mogen geen rekening houden met de gevolgen, maar als we het gezicht van zijn tegenstander zien brengt Heymans met zijn actie diens fysieke integriteit duidelijk in gevaar. Is dat echt wat we willen zien op een voetbalveld? Daarom was een rode kaart was het enige juiste verdict. Ik verwacht dan ook een tussenkomst van de VAR", luidt het streng.
Ongelijk van Kuyt & Vanderhaeghe
Over naar Club Brugge-KV Kortrijk, waar de bal op de stip ging na een vrij licht contact tussen Gustaf Nilsson en Mouhamed Gueye. Tot ongenoegen van Yves Vanderhaeghe, al blijkt Lardot het niet eens met zijn kritiek. "De verdediger trekt alleszins aan de aanvaller. De beelden bewijzen bovendien niet dat de scheidsrechter zich duidelijk heeft vergist."
"Bij gebrek aan bewijs gaat het om een grijze zone en mag de VAR dus niet ingrijpen", aldus Lardot, die ondanks alle commotie tot slot ook akkoord gaat met de uitsluiting van Beerschot-middenvelder Faisal Al-Ghamdi. "Op de beelden zien we dat hij, zonder kwade bedoelingen, onhandig de fysieke integriteit van zijn tegenstander in gevaar brengt."