Zoals in de meeste provinciehoofdsteden ontstaan begin 20ste eeuw ook in Brugge verschillende voetbalploegen. Club Brugge zou uiteindelijk zelfs uitgroeien tot één van de meest succesvolle ploegen van het land, maar de eerste nationale successen worden geboekt door Cercle Brugge. De meer katholieke sportvereniging treedt ook meteen aan op het hoogste niveau.
Na enkele jaren in de nationale subtop wordt in 1911 zelfs de landstitel gepakt als eerste club uit het Vlaamse landsgedeelte. Nadat Cercle zijn intrek neemt in het nieuwe Edgard De Smedtstadion, worden eind jaren ‘20 nog twee landstitels veroverd, net zoals de eerste beker van België in de clubgeschiedenis. Zo wordt ook Europees voetbal afgedwongen. Maar die successen krijgen niet meteen een vervolg.
Na de tweede wereldoorlog breekt een moeizame periode aan voor Groen-Zwart. De Vereniging zakt weg naar de tweede divisie. En nadat Cercle via toenmalig ondervoorzitter Paul Lantsoght midden jaren ‘60 betrokken raakt in een omkoopzaak, worden de Bruggelingen zelfs verplicht om te degraderen naar de derde klasse. Begin jaren ‘70 kan de club wel haar rentree maken in de hoogste divisie. Maar meer dan een rol als middenmoter tot staartploeg, zit er dan niet in.
Begin jaren ‘90 zorgt drievoudig topschutter Josip Weber voor een kleine opleving, maar pas in 2007-2008 volgt een echt successeizoen. Onder het bewind van trainer Glen De Boeck pakt Groen-Zwart de vierde plaats. En in 2010 wordt de bekerfinale gehaald. Die gaat weliswaar verloren tegen AA Gent, maar levert toch een Europees ticket op. In 2013 staat Cercle opnieuw in de bekerfinale. Twee jaar later zou Groen-Zwart echter terug degraderen naar de tweede klasse.
Ondertussen kampt Cercle ook met financiële strubbelingen. In 2017 wordt echter een oplossing gevonden aan de Côte d'Azur. Zo worden de Bruggelingen een satellietclub van AS Monaco. Deze samenwerking levert de nodige werkmiddelen op en verzekert Groen-Zwart jaarlijks van de nodige talenten uit de gerenommeerde Monegaskische jeugdopleiding. Cercle blijft hierdoor wel erg afhankelijk van de club uit het Prinsdom, maar is zijn plaats op het hoogste niveau desondanks meer dan waard.