Real Madrid en PSV hebben zaterdag allebei een pijnlijke avond beleefd. De Koninklijke ging in La Liga verrassend onderuit op het veld van Espanyol, terwijl de Nederlandse kampioen tegen NEC een dubbele voorsprong nog uit handen gaf.
Vooral de manier waarop Real onderuitging in Barcelona zal een zure nasmaak achterlaten. Het werd immers allesbehalve geholpen door de arbitrage, zeker in de eerste helft. Vinicius Junior leek op fraaie wijze voor de voorsprong te zorgen, maar zijn goal werd nog afgekeurd wegens een voorafgaande overtreding van Mbappé.
Espanyol stunt tegen Real
Diezelfde Mbappé was het slachtoffer van een aanslag van Carlos Romero, maar die ontsnapte aan een rode kaart. Die beslissing bleek bepalend, want het was Romero die vijf minuten voor tijd Thibaut Courtois verschalkte met een rake volley.
Real herstelde niet meer van die klap en ging zo met 1-0 onderuit. Die nederlaag komt bijzonder ongelegen, want volgende week is er de stadsderby tegen eerste achtervolger Atletico Madrid. Dat won eerder op de avond al zijn wedstrijd en is zo genaderd tot op één punt.
Goal Bakayoko onvoldoende voor zege PSV
PSV leek dan weer op weg naar een vlotte zege in Nijmegen. Nadat Ouaissa de openingsgoal van De Jong nog uitgewist had, leek de titelverdediger in de laatste 20 minuten het laken naar zich toe te trekken. Saibari en Johan Bakayoko zorgden voor een 1-3-voorsprong.
Maar in de absolute slotfase ging het toch nog fout. Shiogai bracht in de slotminuut de spanning nog terug en diep in blessuretijd bezorgde Linssen PSV nog een stevige kater met de 3-3. Daardoor kan Ajax zondag weer een beetje naderen als het de Klassieker tegen Feyenoord wint.