RSC Anderlecht heeft zondagavond met 0-2 gewonnen op het veld van Standard. Een overtuigende prestatie was het zeker niet, maar Paars-Wit verzekerde zich zo wel mathematisch van deelname aan de Champions' Play-Offs. Bovendien liepen toch enkele lichtpunten rond bij de Brusselaars.
Liefhebbers van verzorgd voetbal aan een hoog tempo hadden zondagavond op Sclessin niet te veel te zoeken. Mede door de slechte staat van de grasmat werd het allerminst een hoogstaande 'Clasico'. Bovendien teerde de thuisploeg zoals verwacht opnieuw op een strakke organisatie en speculeerde ze op de tegenaanval, wat het niveau niet bepaald ten goede kwam.
Al wist Anderlecht daar niet al te veel tegenover te zetten. Paars-Wit ambieert wel om een dominante en offensief ingestelde ploeg te zijn, maar het is nu toch al een tijdje dat resultaten prioritair zijn aan de kwaliteit van het geleverde spel. Daar tegenover toonde RSCA zich dit keer wel efficiënt. Twee grote kansen na rust leverden meteen ook twee goals en de zege op.
Stroeykens als metronoom
Bovendien waren er enkele hoopgevende inviduele prestaties. Thorgan Hazard speelde op zich een rotmatch, maar met een fraai doelpunt bewees de voormalige Gouden Schoen hoe hij van goudwaarde kan zijn. Ludwig Augustinsson werkte als linksback dan weer een sterke partij af, terwijl Killian Sardella duidelijk beter rendeert in een systeem met met twee centrale verdedigers.
Daarnaast was ook de terugkeer van Mario Stroeykens in de basiself een zichtbare opsteker voor Paars-Wit. De spelmaker kon dit keer weliswaar niet beslissend zijn en naarmate de match vorderde liep zijn tank leeg. Maar Stroeykens toonde andermaal dat hij in balbezit een bepalende factor is. Zeker als hij straks met Kasper Dolberg weer een spits voor zich krijgt die zich regelmatig laat uitzakken en zijn acties beter doet renderen.
Te weinig omkaderd
In de krantenbeoordelingen zijn de commentaren dan ook lovend aan het adres van Stroeykens. "De meest verdienstelijke Brusselaar in de eerste helft. Rustig aan de bal en bereid om op te bouwen, maar niet echt geholpen door zijn aanvalsmaats", stelt SudPresse. "De beste man bij Anderlecht. Hij probeerde op zijn minst de bal op te eisen en bij te houden. Zo gaf hij RSCA wat ademruimte. Helaas miste hij kwaliteit rond zich om tot echte kansen te komen", vult men aan bij Het Nieuwsblad. "Vanaf de eerste minuut was hij degene die alle ballen opeiste. Zijn doel: het leer in de ploeg houden. Regelmatig lukte dat, maar veel te ver van het doel", besluit La Dernière Heure.