RSC Anderlecht is met een uitschuiver aan de Champions' Play-Offs begonnen. De recordkampioen verloor zondagmiddag met 2-0 van Club Brugge na een wederom belabberde prestatie. Dat belooft weinig goeds voor de bekerfinale van binnen een maand.
Paars-Wit wou in de Play-Offs een doorstart nemen na het tegenvallende einde van de reguliere competitie. Het bestuur besloot zelfs om nog een tweede keer dit seizoen van trainer te wisselen. Zo werd Besnik Hasi terug in huis gehaald. Hij moet de ploeg naar resultaten op de korte termijn gaan leiden.
Maar zondag bleek meteen dat Hasi geen wonderdokter is. Zijn ploeg werd op quasi alle facetten afgetroefd door Club Brugge, dat zelf niet eens zijn beste niveau moest halen. Mits wat meer geluk en precisie in de afwerking, had de titelverdediger zelfs met veel ruimere cijfers dan 2-0 gewonnen.
Offensief onbestaande
Anderlecht slaagde er op geen enkel moment in om een vuist te maken. Zeker de eerste helft was ronduit dramatisch. "Voor de rust werd Anderlecht zelfs een beetje belachelijk gemaakt", stelt analist Marc Degryse bij Het Laatste Nieuws. Na de drie wissels bij de rust liep het iets beter, maar RSCA bleef offensief onmachtig. Geen enkel schot tussen de doelpalen.
En dus moet Paars-Wit nu al vrezen voor de bekerfinale van 4 mei tegen opnieuw Club Brugge. "Anderlecht heeft die dag een mirakel nodig. Ze hebben dit seizoen driemaal tegen Club gespeeld en driemaal was het verschil erg groot — met drie verschillende trainers", aldus Degryse. "Club bokst in een andere categorie", stelt Alexandre Teklak bij La Dernière Heure.
Perfecte match noodzakelijk
Uiteraard is in één match alles mogelijk, maar het kwaliteitsverschil tussen beide ploegen is wel erg groot. "Anderlecht moet hopen op een mirakel in de bekerfinale. Iedereen zal dan de perfecte match moeten spelen, niet slechts twee of drie spelers", heeft Philippe Albert nog een sprankel hoop bij SudPresse. "Het enige wat Club Brugge in die bekerfinale lijkt te kunnen overkomen, is onderschatting van de tegenstander. U leest het goed. Zo ver is het gekomen. Dat Club zijn grootste historische rivaal zou kunnen onderschatten", besluit chef voetbal Ludo Vandewalle bij Het Nieuwsblad.