Bengaals vuur is levensgevaarlijk voor diegenen die er van dichtbij mee in contact komen. Jean-Hubert Nicolay is een politieagent die zich gespecialiseerd heeft in stadionvuurwerk en verduidelijkt in
Het Nieuwsblad welke gevaren zulke vuurpijlen inhouden. Bengaals vuur valt immers amper te doven met water of zand omdat dit vuur traditioneel gebruikt wordt in de zeevaart om noodsignalen uit te sturen.
"Mensen schatten het gevaar niet in. Maar de temperatuur van Bengaals vuur kan zo'n duizend graden bereiken. Genoeg om in enkele seconden een politiehelm of een voertuig door te branden", start Nicolay zijn verhaal. "Uit testen op kadavers van varkens en runderen blijkt dat een aanraking van één seconde brandwonden van de derde en vierde graad kan veroorzaken." En zulke brandwonden kunnen huid, spieren en botten verkolen.
Het dragen van kledij met synthetische vezels vormt ook een enorm gevaar. Als deze kleren vuur vatten, smelten ze samen met de huid en raak je verbrand voor de rest van je leven. De agent haalt in
Het Nieuwsblad een voorbeeld aan: "Eerder dit seizoen raakte een kleine jongen in Sclessin zwaar verbrand toen een vuurpijl naar een onderliggend vak viel en zijn K-Way vuur vatte."
Naast brandwonden heeft Bengaals vuur ook nog een ander negatief effect. "Het vuur is levensgevaarlijk en dan praten we nog niet eens over de giftige dampen die vrij komen en langdurige irritaties op de luchtwegen kunnen veroorzaken", besluit Nicolay.