Transfers zijn inherent aan het moderne voetbal. Maar hoe komen clubs nu uit bij bepaalde spelers en wat is de rol van de makelaar bij een
transfer? In België spelen de zaakwaarnemers een grote rol bij een transfer. Niet alle spelers worden immers gescout door de clubs zelf. Vandaag hebben we het over de lonen van de makelaars.
Bij een transfer van een voetballer of trainer verdienen de makelaars hun loon. De manager van de speler ontvangt een percentage op het brutopakket van wat de speler gaat verdienen tijdens zijn contractduur. Zeven procent is vaak het gangbare tarief.
"Dat hangt van de onderhandelingen af. Vaak is het tussen de vijf en tien procent. Of het veel uitmaakt of een speler voor één of tien miljoen euro verkocht wordt? Uiteraard, hoe duurder de speler hoe meer status, en dus meer loon. Dat is voordeliger voor de makelaar en de speler" aldus makelaar Patrick De Koster van J&S Sportmanagement. Toch moet de makelaar een deel van de koek afstaan aan zijn medewerkers. "In ons bedrijf is er een verdeelsleutel. Onze contacten die de speler aanbrengen of ons in contact brengen met diens club worden ook vergoed voor hun diensten. We splitsen die opbrengsten dan. Zij zijn van grote waarde voor ons."
Licentie nodig
Stefan Van Heester, van sportmanagementbureau Assysta, vertegenwoordigt met Nicolas Lombaerts een Belgische topper. "Het is toch normaal dat als Nicolas bijvoorbeeld naar Inter Milaan zou vertrekken, dat ik daar ook aan verdien. Uiteindelijk investeer je als makelaar ook zelf in een voetballer."
"Er zijn jonge spelers die we al een jaar begeleiden en waarvan ik verwacht dat ze binnen een of twee jaar een contract ondertekenen. En dat zal dan aan een brutopakket zijn van 25.000 euro, maal 7%. Dat is dan 1.750 euro dat wij ontvangen, en we begeleiden hem dan al een paar jaar. Zijn dat dan de grote vetpotten? Er wordt te vaak gekeken naar sterren zoals Zlatan Ibrahimovic en Cristiano Ronaldo. De managers daarvan zullen wel goed verdienen, maar het is zeker niet overal zo."
Chelsea
Beide makelaars onderhandelden al met de grote clubs in Europa en met kleinere clubs. Daar is een verschil in op te merken. "Grote clubs zullen niet zomaar alle makelaars toelaten, zoals bij kleinere clubs. Een club als Chelsea (waar De Koster mee praatte ivm. de transfer van Kevin De Bruyne, nvdr.) laat niet zomaar iedereen toe en je moet daar over de nodige licenties beschikken, anders kom je niet aan tafel. Of ze bij een transfer eerst de makelaar contacteren? Dat hangt van het dossier af. Sommigen polsen bij de zaakwaarnemer wat eventueel kan, anderen gaan meteen naar de club en starten meteen de onderhandelingen."
Van Heester beaamt dat. "Hoe hoger het niveau, hoe gemakkelijker het werken is. Je moet inderdaad ook de knop kunnen omdraaien. Als je met echt professionele clubs hebt gewerkt en je moet daarna met clubs praten waar er eigenlijk geen structuur is, dan is het aanpassen. Dat is geen kritiek, maar een vaststelling. Maar die clubs zijn ook nuttig om bijvoorbeeld jonge talenten de kans te geven daar door te breken."
(Morgen deel 3: het scoutingstool van Standard en Club Brugge)