Andi Zeqiri en Tolu Arokodare zijn de vaste centrumspitsen van KRC Genk dit seizoen, met Yira Sor, van nature een flankaanvaller, als derde alternatief.
Deze hiërarchie lijkt nu echter te wankelen door de tegenvallende prestaties van Zeqiri en Arokodare, en de plotse heropleving van Sor.
Miljoenentransfer KRC Genk dreigt uit te draaien op fiasco
In de vorige wintermercato wist Dimitri de Condé een mooie slag te slaan met de komst van Yira Sor. De Nigeriaan had flink indruk gemaakt als een grote sensatie en een van de meest gevreesde aanvallers in de UEFA Conference League.
Eind december vorig jaar bereikte de Head of Football een akkoord voor 6,5 miljoen euro met Slavia Praag, waarmee Sor de op één na duurste inkomende transfer ooit werd bij Genk.
Wouter Vrancken merkte wel op dat Sor nog tijd nodig zou hebben om zich aan te passen en tactisch helemaal mee zou zijn met de spelprincipes van de ploeg.
Hij startte weliswaar veelbelovend aan zijn Genkse passage, met onder andere een winning goal tegen Zulte Waregem tijdens zijn debuut in het basiselftal, en in zijn beginperiode in Limburg liep alles volgens plan.
Totdat een blessure zijn vooruitgang afremde. Sor voelde zich lange tijd niet op volle kracht, maar ook speltechnisch kon hij niet meer overtuigen. De Nigeriaan bracht zijn rechtstreekse tegenstanders wel regelmatig in de problemen met zijn enorme snelheid en dribbels, maar hij miste vooral nog veel efficiëntie en overzicht in zijn spel en acties.
Deze tekortkomingen blijven ook dit seizoen aanwezig bij Sor, waardoor hij in bijna een jaar tijd nog steeds geen vaste basisplaats heeft veroverd in het elftal van Vrancken, en zelden overtuigde wanneer hij de kans krijgt om te spelen.
Sinds zijn aankomst vorige winter heeft hij slechts 13 keer in de basis gestaan en maar liefst 27 keer als invaller gespeeld, wat veelzeggend is over zijn huidige situatie bij de club.
Sor heeft grote kwaliteiten maar ook nog veel gebreken
Yira Sor bezit intrinsiek alle kwaliteiten om een meerwaardespeler te zijn voor KRC Genk, met zijn buitengewone (start)snelheid en dribbelend vermogen. Maar het is duidelijk dat er nog aanzienlijk schaafwerk nodig is om zijn volledige potentieel te ontplooien.
“Omdat hij niet de juiste looplijnen aanhoudt, vergeet Sor zijn grootste wapen - zijn duizelingwekkende snelheid - uit te spelen”, stelde Het Belang van Limburg eerder dit seizoen vast. “Waardoor hij voortdurend in situaties komt, waarin vooral zijn gebreken - techniek en overzicht in de korte ruimte - zichtbaar worden.”
Sor laat zich te vaak te gemakkelijk van de bal zetten, heeft te veel tijd nodig om op doel te schieten, maakt vaak onzichtbare invalbeurten en speelt soms non-matchen. Zijn schotnauwkeurigheid is bovendien veruit het laagste onder alle offensief ingestelde spelers bij Genk.
Anderzijds werd Sor ook niet altijd op zijn favoriete positie als flankaanvaller ingezet - de helft van zijn speeltijd fungeerde hij als centrumspits - wat niet bijdraagt aan zijn zelfvertrouwen. Hoewel de 23-jarige doet wat de coach hem vraagt, bevestigde hij eerder dit seizoen dat de flank zijn beste positie is.
Sor doet concurrentie beven: “Hij deed Gentse defensie piepen en kraken”
Wouter Vrancken kiest zorgvuldig de momenten waarop hij Yira Sor in het basiselftal opstelt, vooral wanneer zijn specifieke kwaliteiten de tegenstander grote problemen kunnen bezorgen. Dit tactische plan zette de coach in de praktijk tijdens de wedstrijd tegen AA Gent vorig weekend, waar Sor als centrale spits de verrassing van de chef was.
Het was pas zijn dertiende basisplaats in bijna één jaar tijd bij KRC Genk en zijn eerste in de Belgische competitie sinds 20 augustus. De keuze voor Sor bracht meer dreiging dan de natuurlijke centrumspitsen Tolu Arokodare en Andi Zeqiri, die de afgelopen wedstrijden minder in vorm waren.
“Een duidelijk signaal aan het adres van Zeqiri en Arokodare”, merkte Het Belang van Limburg op. Tsuyoshi Watanabe, normaal een van de beste verdedigers in de Belgische competitie, had zijn handen vol aan de pijlsnelle aanvaller van Genk en speelde niet zijn beste wedstrijd.
Sor scoorde zijn eerste twee doelpunten van het seizoen, bracht veel energie in het spel en toonde zijn kwaliteiten. “Die zitten in zijn snelle benen en deden de Gentse defensie piepen en kraken”, schreef Het Belang van Limburg.
“We wilden iemand met initiatief”, legde Vrancken uit aan De Morgen. “Yira gebruikte voordien zijn snelheid te weinig, maar hij heeft daaraan gewerkt. Ik ben tevreden over mijn keuze. Hij was goed vandaag.”
Klimt Sor hogerop in de hiërarchie bij KRC Genk?
Wouter Vrancken ging ten aanval tegen AA Gent, waarbij hij volop inzette op de snelheid van Yira Sor en Joseph Paintsil. Beide aanvallers lieten respectievelijk Tsuyoshi Watanabe en Jordan Torunarigha, die veel minder (start)snelheid hebben, sterretjes zien.
René Vandereycken merkte op dat Genk het goed had gezien om met Sor nog een extra snelle spits op te stellen. “Hij heeft het schitterend gedaan, zeker bij die tweede goal, waar hij Kandouss aftroefde”, aldus de ex-bondscoach in Het Nieuwsblad. “De keuze voor snelheid met Sor voorin was de juiste”, bevestigde ook Peter Vandenbempt bij Sporza.
Toch was Vandereycken verrast door deze tactische zet. “De laatste maanden hadden we hem toch amper nog gezien. Om dan tegen Gent aan de aftrap te komen en meteen zo aanwezig en zo gevaarlijk te zijn: sterk.”
Met de snelle Sor in de spits speelde Genk een ander voetbal dan met Tolu Arokodare of Andi Zeqiri voorin. Vandereycken vraagt zich dan ook af of Vrancken voortaan vaker voor Sor zal kiezen, gezien de impact die de aanvaller had op de wedstrijd tegen AA Gent.