De Rode Duivels hebben woensdagavond hun eerste oefenwedstrijd in de laatste rechte lijn naar het EK gewonnen. Montenegro bleek geen partij voor de Belgen, die het uiteindelijk wel bij een zuinige 2-0-zege hielden. Meer dan naar het resultaat was het echter uitkijken naar de twee 'debutanten' bij de Duivels.
Op de linksachter maakte Maxim De Cuyper zijn grote debuut bij de nationale ploeg, terwijl ook Axel Witsel voor de eerste keer onder Domenico Tedesco in actie kwam. De 35-jarige mocht bij de rust invallen als centrale verdediger en vormde achterin een duo met Zeno Debast.
Witsel bij terugkeer meteen aanvoerder
Voor Witsel voelde dat zeker wel als een debuut. "Het deed me veel om dit shirt weer aan te trekken. Het was een bizar gevoel na meer dan een jaar afwezigheid. Bij de eerste training voelde het een beetje alsof ik er voor de eerste keer bij was", vertelde hij achteraf immers aan La Dernière Heure.
Desondanks kreeg Witsel wel meteen de aanvoerdersband toegeschoven. "Daar heb ik niet om gevraagd. Kevin gaf me die bij de rust", vertelde hij daarover. "Maar voor mij is dat niet belangrijk. Je hebt geen band nodig om een leider te zijn."
Even tijd nodig om in het ritme te raken
Het was voor Witsel zijn eerste keer als centrale verdediger bij de Rode Duivels. Bij Atletico Madrid speelde hij het voorbije jaar al op die positie in een driemansdefensie, maar in de verdediging met vier bij de nationale ploeg leek hij zich toch nog wat aan te moeten passen.
"Het heeft vijf à tien minuten geduurd om in het ritme te komen, maar daarna ging het beter", oordeelde hij over zijn eigen prestatie. "Ik probeer zo goed mogelijk te beantwoorden aan de manier waarop de trainer wil spelen. Hij vraagt om rustig te zijn aan de bal en om goed uit te voetballen."