RSC Anderlecht kan niet anders dan tevreden zijn over de start van het seizoen, tenminste toch wat de resultaten betreft. Met 10 op 12 staat Paars-Wit momenteel zelfs op kop van het klassement. Maar voetballend gezien blijft er nog heel wat ruimte voor verbetering.
Voor aanvang van de competitie stonden behoorlijk wat vraagtekens achter de recordkampioen. RSCA was in het tussenseizoen immers verschillende spelers kwijtgeraakt en sportieve baas Jesper Fredberg wachtte opvallend lang met het aantrekken van versterking. Momenteel staat de selectie zelfs nog steeds niet op punt.
Vandaar dat de competitiestart, met name de puntenoogst, als een succes wordt bestempeld. Daar tegenover staat echter het belabberde spel van de Brusselaars. Paars-Wit slaagt er immers niet in om matchen te domineren en dwingt veel te weinig kansen af, de resultaten zijn voornamelijk een gevolg van efficiëntie.
Vraagtekens bij Riemer
Als straks de selectie helemaal af is, zal het spelniveau dus drastisch naar omhoog moeten. En daarvoor wordt uiteraard richting coach Brian Riemer gekeken. De vraag is evenwel of de Deen daartoe in staat zal zijn. Sinds zijn aanstelling werd er puur op voetballend vlak nog maar weinig progressie gemaakt.
Daarnaast zal hij ook moeten omgaan met de aangescherpte concurrentie, zeker als er nog meer spelers bij komen. Analist Thomas Chatelle heeft evenwel twijfels of Riemer daarvoor de geschikte trainer is. Zo vindt hij dat er nu al bepaalde spelers zijn die bepaalde privileges krijgen ten opzichte van anderen.
Privileges Verschaeren en co
Het krediet van Yari Verschaeren bijvoorbeeld, blijkt wel erg groot. "Ik stel me vragen bij de keuzes die Riemer maakt. Zo was Verschaeren kapitein, ondanks dat hij het toch al weken lastig heeft. Hij kon me opnieuw niet overtuigen, terwijl Mario Stroeykens intussen gewoon op de bank zat", klinkt het bij Het Belang van Limburg.
En Verschaeren is niet de enige die schijnbaar meer vertrouwen krijgt van de trainer. "Riemer heeft nu weer getoond dat sommige jongens meer krediet krijgen dan anderen. Want bij Leoni en Stroeykens is dat duidelijk minder dan bij Dolberg, Dreyer en Verschaeren", concludeert Chatelle.