RSC Anderlecht nam enkele maanden geleden afscheid van een clubboegbeeld. Zo werd de legendarische jeugdcoördinator Jean Kindermans aan de kant geschoven. In een uitgebreid gesprek met Het Laatste Nieuws doet hij nu zijn boekje open over dat veelbesproken vertrek.
Onder de Vanden Stock-dynastie was Anderlecht jarenlang een stabiele kracht aan de Belgische top. Al zou later blijken dat het die status niet altijd op even koosjere wijze kon verwerven. Nadat de club in 2017 werd overgenomen door Marc Coucke, brokkelde die status overigens aan een sneltempo weer af.
Het persooneelsverloop was ongezien, de financiële malaise werd steeds groter en op basis van de resultaten kon RSCA nauwelijks als topclub beschouwd worden. Na een zoveelste ingreep kwam het bestuur uiteindelijk in Deense handen. Dat bleek een goede zet op korte termijn: de resultaten mogen opnieuw gezien worden.
Géén Anderlecht-DNA
Maar van een lange termijn-visie lijkt momenteel weinig sprake bij de Deense beleidsbepalers. En ook het zogenaamde 'Anderlecht-DNA', waarbij goede resultaten gelijkstaan aan goed voetbal, werd voorlopig overboord gekieperd. Ondanks beloftes van coach en bestuur, lijken enkel de resultaten te primeren.
Dat is één van de hoofdredenen waarom Kindermans zijn biezen pakte. "Ik heb Ánderlecht niet verlaten. Toen ik vertrok was het mijn Anderlecht niet meer", klinkt het. "Wat mijn Anderlecht was? Om de twee jaar kampioen spelen, aantreden in de Youth League, de betere jonge spelers naar de A-kern brengen. Ik weet ook: als er nieuwe mensen komen, komen er nieuwe accenten. Alleen... ."
Oubollig en te duur
Kindermans, die momenteel in een soortgelijke functie bij Antwerp FC aan de slag is, kreeg zelf dan weer het verwijt dat hij te 'oubollig' werkte en een te hoge vergoeding opstreek. "Daar kan je niets tegen doen. Helemaal niets", haalt hij de schouders op. "Mijn werk wordt over de grenzen gewaardeerd. En dan heb je mensen die dat in vraag stellen. Je kan je daar niet tegen verdedigen." Overigens zou Kindermans ook in de knoop hebben gelegen met niet-uitvoerend voorzitter Wouter Vandenhaute. Daarover wil hij echter niet uitweiden. "Daar praat ik niet over, da's voor mijn boek. Er was geen relatie, we maakten dus ook geen ruzie."