Met een één op zes tegen Italië en Frankrijk konden de Rode Duivels de voorbije week geen goede zaak doen in de Nations League, maar voor Domenico Tedesco was het desondanks een leerrijke interlandbreak. De bondscoach kreeg immers de kans om enkele debutanten aan het werk te zien.
Malick Fofana en Cyril Ngonge pakten in Italië hun eerste cap, terwijl ook een aantal andere jongens voor de eerste keer zich bij de selectie mochten voegen. Ook Matte Smets en Maarten Vandevoordt waren er bijvoorbeeld een eerste keer bij. De meest verrassende debutant was echter Ortwin De Wolf.
De Wolf versierde eerste selectie Rode Duivels
De 27-jarige doelman van KV Mechelen zat al in de voorselectie, maar had in eerste instantie de kern niet gehaald. Door een blessure bij Matz Sels mocht hij zich echter alsnog bij de groep voegen. Hij zat in beide interlands als derde doelman op de bank en kon op training zijn ogen uitkijken.
Daar kon hij niet kennismaken met Kevin De Bruyne en Romelu Lukaku, want die waren er niet bij. De eerste haakte af wegens een lichte blessure, terwijl Lukaku officieel in Napels aan zijn conditie wou werken, maar zelf liet weten dat het vuur voor de Duivels momenteel niet bij hem brandt.
Jonge spelers bloeien open zonder De Bruyne en Lukaku
Hun afwezigheid was voor De Wolf niet meteen een nadeel. "Iedereen weet dat je een De Bruyne en Lukaku op topniveau altijd mist, zowel op als naast het veld", weet hij wel in Het Laatste Nieuws. "Wel heb ik gemerkt dat de jonge gasten goed aan elkaar hangen. Voor sommige jongens was het misschien een verademing en trainden ze wat bevrijder."
Door de afwezigheid van Lukaku waren er bijvoorbeeld opnieuw kansen weggelegd voor Loïs Openda, die tegen Frankrijk eindelijk nog eens scoorde. "Het type wedstrijd was anders tegen Frankrijk dan tegen Italië, maar je merkte dat hij openbloeide. Er hing een leuke sfeer. De afgelopen maanden was dat misschien iets minder", aldus De Wolf.