Thomas Buffel was één van de elf laureaten voor de eerste Hall of Fame verkiezing van de Pro League. De supporters fronsten echter de wenkbrauwen bij het horen en zien van de naam van de ex-KRC Genk-speler.
Buffel was de vreemde eend in de bijt tijdens de Hall of Fame-verkiezing. Na afloop kwam er dan ook veel kritiek. Het icoon van KRC Genk sprak nu met Het Nieuwsblad en sloeg keihard terug op de criticasters.
Trotse Buffel
De ex-Genkie blijft echter nuchter. “Maar of ik daarvan wakker lig? Goh, ik kan het plaatsen. Dit soort verkiezingen zullen altijd voor discussie zorgen. Er waren nog honderd andere spelers die het óók verdienden om erbij te zijn en zo zullen er de komende jaren nog veel spelers bij komen ook.”
Buffel is wel enorm trots. “Maar ik ben wel fier op deze erkenning. En ik vind het best hard om te zeggen dat ik het niet zou verdienen. Ik vraag me vooral af: op basis waarvan zeggen mensen dat? Het is sowieso moeilijk om appels met peren te vergelijken, maar op het einde van de rit kan je wel statistieken naast elkaar leggen.”
Duidelijk antwoord
De voormalige Rode Duivels slaat terug op de kritiek. “De kritiek heeft me aan het denken gezet en ik heb mezelf ook de vraag gesteld op basis waarvan ik deze verkiezing nu verdiende. En als ik dan oplijst wat ik allemaal heb gedaan, zijn daar best speciale en unieke prestaties bij, in België én in het buitenland.”
Volgens Buffel worden zijn verwezenlijkingen over het hoofd gezien omdat ze niet ‘spectaculair’ genoeg waren. “Doelpunten waarmee ik ploegen aan een Champions League-kwalificatie hielp, assists in titelwedstrijden. Misschien zaken die niet voor iedereen even tastbaar zijn, maar wel prestaties die niet iedereen kan voorleggen.”
Kritiek wegvagen
Buffal is met 388 wedstrijden recordhouder in de geschiedenis van KRC Genk. Ook bij het Schotse Rangers is hij een icoon. “Ik weet dat ik er altijd heb gestaan op sleutelmomenten en dat ik mijn aandeel heb gehad in de successen van alle ploegen waar ik heb gespeeld – ik word niet zomaar op handen gedragen bij Feyenoord, Rangers én RC Genk. Dat is voor mij ontzettend veel waard en daarmee veeg ik eender welke kritiek makkelijk van tafel.”
Rode Duivels oorzaak
Volgens Buffel hebben zijn prestaties bij de Rode Duivels ook te maken met de kritiek. “Er wordt natuurlijk altijd gekeken naar wat je bij de Rode Duivels hebt gepresteerd. Het gaat dan vaak over de jongste generatie, die het heel goed heeft gedaan, of over de mannen die in 1986 de halve finale op het WK hebben gespeeld.”
Buffel ziet dat die generaties sowieso een streepje voor hebben. “Dat maakt die mannen bij het jongere publiek iets bekender zijn dan ik. Ik snap dat voor de duidelijkheid ook wel. Onze generatie was nu eenmaal iets minder succesvol. En uiteraard vind ik dat jammer. Maar volgens mij zijn er nog genoeg andere dingen om trots op te zijn.”