In tegenstelling tot de Rode Duivels, heeft Nederland zich wél geplaatst voor de eindronde van de Nations League. Maar helemaal overtuigen deed Oranje niet. Dinsdag legde de ploeg van bondscoach Ronald Koeman zelfs een erg matige prestatie op de mat.
De Nederlanders knokten zich afgelopen zomer ietwat verrassend naar de halve finales van het Europese kampioenschap. Een topresultaat, maar het geleverde spel van Oranje was niet bepaald indrukwekkend. Tijdens de Nations League wil men het niveau dan ook verder opkrikken.
En dat lukte aanvankelijk behoorlijk goed. Tijdens de eerste speeldag wonnen de Nederlanders met zware 5-2-cijfers van Bosnië. Vervolgens werd groepsfavoriet Duitsland op een 2-2-gelijkspel gehouden. Het tweede luik was echter iets minder met een gelijkspel op Hongarije en 1-0-nederlaag tegen de Duitsers.
Gestruikeld in Bosnië
Afgelopen zaterdag werd dan weer met ruime 4-0-cijfers gewonnen van de Hongaren, waardoor de Nederlanders mathematisch zeker waren van de knock out-fase. Toch slaagde de ploeg van Koeman er niet in om het kalenderjaar in schoonheid af te sluiten. Dinsdag bleef Oranje immers op 1-1 steken in Bosnië.
Nederland was weliswaar op voorsprong gekomen na een goede assist van Noa Lang. Maar de Bosniërs, die enkele dagen eerder nog met 7-0 van Duitsland verloren, kwamen vervolgens langszij en hielden zonder grote problemen stand. Kortom: een zeer povere prestatie van Koeman's ploeg.
Niet om aan te gluren
In eigen land weerklinkt de kritiek dan ook bijzonder scherp. "Het was niet om aan te gluren. We hebben naar helemaal niets zitten kijken", aldus analist Pierre van Hooijdonk bij NOS. "Dit was een blamage. Het ligt niet aan dat stadion, niet aan het veld, het is makkelijk om daarmee te komen. Dit was gewoon abominabel slecht." Nederland begon weliswaar met een veredeld B-elftal aan de partij. "Nou, ze speelden met de wissels en we weten nu: ze staan er terecht allemaal niet in", concludeert Rafael van der Vaart.