Bijna halfweg kunnen ze bij KRC Genk zeer tevreden zijn over hun seizoen tot dusver. Nadat ze vorig seizoen nog naast een Europees ticket grepen, lijken ze immers op weg om dit jaar weer mee te doen voor de prijzen. Na zeventien speeldagen prijken ze netjes aan de leiding in de Jupiler Pro League.
Dat heeft Genk onder meer te danken aan een geslaagde trainerswissel. In de lente besloten ze al om afscheid te nemen van Wouter Vrancken, die uiteindelijk naar AA Gent trok. Als vervanger werd Thorsten Fink weggekaapt bij STVV.
De Duitser maakte sindsdien grote indruk met de resultaten, zijn werkwijze en zijn discours. Alleen is het maar de vraag hoe lang Genk hem aan boord zal kunnen houden. Het is een wederkerend probleem voor de Limburgers.
De Condé zoekt trainer voor lange termijn
"Genk is mijn club, ik droom er niet van om elders aan de slag te gaan. Het is mijn doel om een trainer te vinden die net als ik hier op de lange termijn wil werken", vertelt hij aan RTBF. Met tien trainers op tien jaar tijd is dat nog niet gelukt.
"Dat is altijd de grote zorg in België: trainers kunnen houden. Ik zag onlangs een statistiek: de langst dienende trainer in 1A is die van Kortrijk, die er sinds de herfst van 2023 zit. Bij ons zijn onze successen het probleem: telkens we kampioen geworden zijn, zette onze trainer een stap hogerop. Dat was het geval met Aimé Anthuenis, met Frank Vercauteren en met Philippe Clement."
Met Clement was Genk sneller gegroeid
Vooral het vertrek van die laatste kwam hard aan bij De Condé. Nadat hij Genk in 2019 naar de titel geleid had, koos Clement ervoor om terug te keren naar Club Brugge. Daar werd hij prompt twee keer op rij kampioen.
"Philippe heeft hier een echte winnaarscultuur geïnstalleerd", blikt De Condé terug. "Hij was zo gepassioneerd. Nooit stopte hij, hij was enorm veeleisend. Zijn vertrek was echt jammer, want anders had de club sneller progressie kunnen maken."