In de voetbalgekke provincie Luik staat Standard uiteraard centraal, maar in de schaduw van de Rouches ontstaan in de buurt van de Waalse Maasstad nog meer ploegen aan het begin van de 20ste eeuw. Eén daarvan is RFC Sérésien, een club die jarenlang schommelt tussen het tweede en derde niveau van de nationale reeksen.
Begin jaren ‘90 beleeft de Sérésien echter hoogdagen met de promotie naar de hoogste divisie. In 1994 wordt zelfs beslag gelegd op de derde plaats en gaat men voor een nieuwe naam: RFC Seraing. Maar vervolgens gaat het snel bergaf en amper twee jaar later wordt de club opgeslorpt door Standard. Al zou de naam later zijn rentree maken.
Ondertussen spelen in de buurt namelijk nog een aantal clubs, weliswaar op een iets lager niveau. Daarbij ook Royale Union Liégeoise, kortweg RUL. En nadat het voormalige Sérésien zich aan Standard toevoegt, neemt RUL zijn intrek in de vrijgekomen accommodaties te Seraing. De naam verandert ook weer naar RFC Sérésien.
Maar ondanks de steun van de Franse moederclub FC Metz, wil het sportieve project echter niet voldoende vorderen. Om de promoties sneller te laten verlopen, besluit men het stamnummer van Boussu Dour over te nemen. Na al deze fusies en gegoochel met stamnummers gaat men andermaal voor een nieuwe naam … RFC Seraing.
Na een vrij hobbelig parcours profiteert Seraing in 2019 optimaal van de licentieperikelen bij verschillende andere clubs om door te stoten naar 1B. En in het daaropvolgende seizoen promoveren de Luikenaars via de barrages zowaar weer naar de hoogste divisie, waar meteen het behoud gevrijwaard kan worden. Hoe lang de Luikenaars zich kunnen handhaven zal nog moeten blijken. Maar met hun roemrijke geschiedenis hebben Les Métallos zeker hun plaatsje in de hoogste divisie.