D-Day zondag in Jan Breydel, waar Club Brugge hoopt te naderen tot op één puntje van koploper KRC Genk. In de reguliere competitie hielden de twee rivalen, wiens onderlinge confrontaties dit seizoen steevast een beklijvend kijkstuk opleveren, allebei telkens de drie punten thuis. Ook in de beker trok Blauw-Zwart nipt aan het langste eind. Club favoriet, zou men dus kunnen denken. Maar klopt dat wel?
Hans Vanaken, Ardon Jashari, Bryan Heynen, Nicky Hayen: stuk voor stuk relativeren ze graag het belang van de ontmoeting tussen de twee voornaamste titelpretendenten. Tenslotte zijn er nadien nog zeven matchen te gaan, en kan er nog veel gebeuren in de rollercoaster van de play-offs. Toch belooft het straks een sleutelduel te worden in Jan Breydel. Mocht de fiere koploper erin slagen om de kloof met haar dichtste achtervolger te vergroten tot zeven punten kan de titelstrijd wel eens in een beslissende plooi liggen. Andersom zou het diens hete adem in de nek voelen, en ligt de jacht op de oppergaai weer helemaal open – hoe dan ook kan Union dit weekend de lachende derde worden.
(Lees verder onder foto)
Fink legt de druk bij Hayen, die daarvoor niet terugdeinst.
Zoals zijn collega Thorsten Fink graag benadrukt ligt de druk om te winnen dus vooral bij Hayen zijn troepen, die zelfs als achtervolgers niet terugdeinzen voor de favorietenrol. Zelf steken de Limburgers hun ambities evenmin onder stoelen of banken steken, maar in de Cegeka Arena benadrukt men wel dat de doelstelling – een Europees ticket – al bereikt werd. Toch lanceerde de viervoudig landskampioen niet zomaar de leuze 'Strive for Five'. Met een vlotte zes op zes tegen AA Gent en Anderlecht lijkt Genk alleszins op de juiste weg. Voor zover dat nog nodig is moet Fink tegen de regerend titelverdediger echter pas écht bewijzen dat hij zijn recente contractverlenging ruimschoots waard is.
Sleutelduels in balans
Niet dat hij Hayen per se moet verrassen, want ondanks de breedte van beide kernen kunnen de 11 namen langs weerskanten vooraf al worden ingevuld. Het enige vraagstuk is hoe Fink dit keer de eventuele afwezigheid van Jarne Steuckers, die wellicht niet tijdig opgelapt geraakt, zal opvangen. Terug met Noah Adedji-Sternberg links en Christopher Bonsu Baah op zijn rechterkant? Of versterkt Patrik Hrosovsky het middenveld en verhuist Konstantinos Karetsas naar de flank, waar hij samen met Zakaria El Ouahdi dan de ruimte in de rug van Maxim De Cuyper kan bestoken? Andersom willen Ferran Jutglà en co dan weer profiteren van de aanvallende intenties van de avontuurlijke rechtsachter.
Voorin komt het gevaar bij de twee geoliede machines van overal, al is Genk nog net iets afhankelijker van Tolu Arokodare, terwijl hun defensies aan mekaar gewaagd blijken. En dus ligt de sleutel op het middenveld. Daar is Club met zijn dynamische driehoek in het voordeel. In het Genkse kamp vreest men vooral voor Vanaken, maar dankzij zijn even balvaste partners op het middenveld doet de dirigent tegenwoordig soms ook dienst als bliksemafleider. Tenslotte zijn Raphael Onyedika en vooral Jashari net zo goed in staat om het tempo te versnellen of de rust te bewaren. Club draait dan ook niet langer louter rond Vanaken, al rekent Fink wel op zijn eigen aanvoerder om hem op de huid te zitten.
Mentaal voordeel Genk
Ook op stilstaande fases verliest Heynen zijn Brugse tegenhanger best niet uit het oog. De twee elftallen zijn zo compleet en de marges dermate klein dat dergelijke details de doorslag kunnen geven, zo bleek in hun vier vorige ontmoetingen. Andreas Skov Olsen kan Genk geen pijn meer doen, maar Club scoorde toen vier keer op een spelhervatting. Net zoals Anderlecht vorige week. Wees maar zeker dat Fink er de afgelopen dagen fel de nadruk op heeft gelegd. Scherpte en concentratie zijn essentieel. Qua fysieke sterkte, zowel collectief als individueel, hoeft zijn elftal namelijk niet veel onder te doen. Al kan Club in de lijf-aan-lijf duels misschien toch net iets meer gewicht in de schaal werpen.
(Lees verder onder foto)
Vooral tussen Tolu en Ordonez worden het weer potige duels.
Op mentaal vlak kreeg Genk dan weer een boost in het Lotto Park, waar Fink zijn team na de late gelijkmaker en ondanks een mindere prestatie opnieuw blijk zag geven van veerkracht en weerbaarheid. Club daarentegen kon slechts met knikkende knieën een déjà vu vermijden op de Bosuil, waar het na een dominante demonstratie ei zo na nog maar eens een comfortabele voorsprong nog uit handen gaf. Tot ergernis van Hayen, wiens troepen het wel vaker nog onnodig spannend maken. De comeback in de Cegeka Arena dateert dan wel reeds van augustus, ook die herinnering is ongetwijfeld nog altijd springlevend. Mocht het op achterstand komen zal Racing dus niet meteen panikeren.
Club specialist in PO's
Verzadiging is straks uit den boze, efficiëntie het codewoord. Genk scoort mede dankzij de jokers op de bank, die ook nu mogelijk het verschil kunnen maken, op dat vlak af en toe met een portie meeval beter dan Club. Een penaltymisser kan Tolu zich echter niet meer veroorloven. Benieuwd wie zonder Steuckers achter de bal gaat staan mocht die terug op de stip gaan. Neemt dan Heynen of Karetsas zijn verantwoordelijkheid? Aan de overkant alvast geen tekort aan kandidaten. Zowel in Genk als Brugge durven de talrijke jonkies op te staan en zelf het voortouw te nemen. Ook onder meer Matte Smets, Mike Penders en Joaquin Seys, die helaas allicht nog ontbreekt, profileren zich al als leiders.
Hun jeugdig enthousiasme past bij de filosofie en het economisch verdienmodel dat er in beide bestuurskamers op wordt nagehouden. De hongerige wolven van Fink hebben wel nog wat minder kilometers op de teller: zondag bedroeg de gemiddelde leeftijd 22,5 jaar, tegenover 26 jaar bij Club. Toch zorgde Dimitri De Condé voor een gezonde mix, met voldoende ervaren rotten om hen bij de hand te nemen. Niettemin heeft Club wat maturiteit betreft dus een stevig streepje voor. De anciens van Blauw-Zwart zijn gepokt en gemazeld in de daar vaak vervloekte PO's, waarin het intussen specialist bij uitstek is. Anders dan Union is Genk zelf weliswaar geen ploeg die dan bezwijkt onder de druk.
Genk vreest Jan Breydel
Integendeel: vier jaar geleden bracht Racing ei zo na zelf een flinke inhaalrace op Club tot een goed einde. Bovendien legt het dit seizoen in de topmatchen een beter rapport voor. Toch is de landskampioen steevast op de afspraak wanneer het moet. Zeker in het eigen fort, dat in de PO's nog minder nodig heeft om te daveren op haar grondvesten. Het betonrot zit daar mogelijk voor iets tussen, maar volgens Hayen geeft de atmosfeer in Jan Breydel vleugels. "Alsof we met een man meer spelen", bevestigt Jashari. Anders dan de Cegeka Arena was het Brugse stadion dit seizoen geen onneembare vesting, aan de thuisreputatie van Genk kan Club niet tippen. Toch zal het publiek een factor zijn.
(Lees verder onder foto)
Jashari rekent weer op een heksenketel in Jan Breydel.
Tot slot nog voor de cijferfetisjisten: in de play-offs ging Genk in de tien voorgaande bezoekjes aan Jan Brydel acht keer onderuit. Vorig jaar verloor het zelfs met zware 4-0 cijfers, maar in de twee voorgaande edities kaapte het dan weer telkens de drie punten mee. Samen met vier gelijkspelletjes zijn het evenwel de enige keren in de laatste 20 (!) pogingen dat de Limburgers iets wisten te rapen in Brugge, waar een puntendeling nu al volstaat om de status quo te bewaren. Al zet Fink liever zijn zegereeks gewoon voort om een nog gunstigere uitgangspositie te bemachtigen. "We weten hoe moeilijk het daar is, maar hebben al getoond dat we ze kunnen kloppen", klinkt de Duitser klaar voor de strijd.