Sarr: “Been gelooft niet meer in mij”

Racing Genk speelt zondag tegen Standard. Dat is de club waarmee Mohamed Sarr, Genk-verdediger, twee keer kampioen werd, maar een mooie terugkeer op Sclessin zit er niet aan te komen. In Sport/Voetbalmagazine legt hij uit waarom. De Senegalese verdediger werd door Hércules Alicante weggeplukt bij Standard, maar daar kon hij geen potten breken. Landskampioen Genk haalde de achterhoedespeler deze zomer weer naar België, maar hij moest met een enorme achterstand beginnen aan de competitie. “De coach maakt zijn keuzes en ik voel dat ik geen deel meer uitmaak van zijn plannen. Ik ben hier niet in de beste fysieke conditie aangekomen, maar dat probleem is nu weggewerkt. Dat is dus geen excuus meer voor de trainer. Telkens als er een kans komt om mij op te stellen, kiest hij voor iemand anders op die positie. Dat betekent misschien dat ik niet goed genoeg ben in zijn ogen”, verduidelijkt Sarr. “Genk kocht mij niet om een vervanger van de vervangers te zijn, maar om mij een kans te geven. Zij weten wat ik kan en gaven me alles wat ik wou om te tekenen bij de club, maar de trainer kent mij niet. Ik zeg hem gewoon: ‘geef mij een kans en laat mij enkele wedstrijden spelen. Als ik dan niet goed genoeg ben, mag je me eruit zetten.’ Om als reserve bij de B-ploeg te spelen, kan ik me niet opladen. Alleen in échte matchen met échte mannen sta ik er, ik ben een competitiebeest.” De Senegalees kreeg dit seizoen slechts één kans; in de Champions League viel hij in toen de Genkenaren al 4-0 achter stonden bij de rust. “Ik weet dat ik toen beter kon, maar de verantwoordelijkheid moet niet alleen bij mij gelegd worden.” “Er zijn in de kleedkamer dingen gebeurd tussen Been en mij, maar dat blijft onder ons. Er was geen ruzie, maar als hij zegt ‘ik verkies alle verdedigers boven jou’, dan weet je genoeg.” Bij Standard was hij aanvankelijk ook reservespeler, maar uiteindelijk werd hij een sleutelfiguur op Sclessin. “Misschien moet ik hier hetzelfde doen, en wat geduld uitoefenen”, besluit Momo Sarr. “Ik ben niet diegene die hier problemen zal maken.” Ook bij het bestuur is men nog steeds overtuigd van de waarde van de verdediger. Voorzitter Herbert Houben: “Ik heb er vertrouwen in dat we Mohamed nog gaan kunnen gebruiken."