De Engelse clubs doen het gezien afgelopen jaren vrij rustig aan op de transfermarkt. De afgelopen jaren smeten onder meer Manchester City, Chelsea en Liverpool met de nodige miljoenen. Deze transferperiode verliep vrij rustig in Engeland.
In januari 2011 gaven alle Premier League-clubs samen liefst 270 miljoen euro uit aan nieuwe spelers. Dit jaar bleef het bij 'slechts' 72 miljoen euro. Tot die conclusie kwam accountantsbureau
Deloitte. Chelsea, Queens Park Rangers en Newcastle United waren de dinsdag afgelopen transferperiode met z'n drieën verantwoordelijk voor de helft van het totale bedrag.
Vorig jaar zorgden alleen de
transfers van Fernando Torres (van Liverpool naar Chelsea voor 58 miljoen euro) en Andy Carroll (van Newcastle United naar Liverpool voor veertig miljoen euro) er al voor dat het aantal van de transferperiode dit jaar ruimschoots werd overtroffen.
Een mogelijke verklaring voor de mindere koopwoede is waarschijnlijk het Financial Fair Play-systeem. De FIFA gaat dat systeem, waarbij clubs de financiële zaken op orde moeten hebben, in de komende jaren invoeren. Clubs kunnen dan uitgesloten worden van Europees voetbal als de financiële zaken niet naar behoren zijn.