In juli beslist de
International Football Association Board (IFAB) over het al dan niet toelaten van doellijntechnologie. Belgisch scheidsrechtersbaas Robert Jeurissen is alvast voorstander, maar vindt een combinatie met een vijfde en zesde official op het veld ideaal.
De IFAB is het overkoepelend orgaan dat de spelregels in het voetbal bepaalt. Deze organisatie werd al in 1886 opgericht en is samengesteld uit vertegenwoordigers van de vier Britse voetbalbonden en de wereldbond FIFA. Twee keer per jaar buigen deze zich over mogelijke wijzigingen aan de spelregels. In juli staat de invoering van doellijntechnologie op de agenda.
Iedereen herinnert zich immers het doelpunt van Frank Lampard voor Engeland in de
WK-wedstrijd tegen Duitsland dat niet werd toegekend, hoewel de bal zo'n halve meter achter de lijn belandde. En dan is er natuurlijk de treffer van de Engelsen tegen de Duitsers tijdens de finale van de Wereldbeker in 1966, waarvan nog altijd niemand weet of die bal effectief in doel botste.
Als het van scheidsrechtersbaas Robert Jeurissen afhangt, zijn deze discussies binnenkort voltooid verleden tijd. "De financiële belangen in het hedendaagse voetbal zijn immers te groot geworden", vertelde hij in het VRT-praatprogramma
De Zevende Dag. "Bovendien gaat het hier om een
zwart-wit-beslissing, die niet tussenkomt in de leiding van de scheidsrechter op zich."
Jeurissen pleit eveneens voor een vijfde en zesde scheidsrechter, zoals in de Europa League. "Die zullen ook worden ingezet op het komende Europees Kampioenschap. Zij hoeven niet alleen na te gaan of de bal over de doellijn gaat, maar kunnen ook nog andere bevoegdheden krijgen. Een combinatie met doellijntechnologie is voor mij dus het meest ideale scenario", besluit Jeurissen.