Sinds januari speelt Alexander Büttner bij
Anderlecht en dat heeft hij zich nog niet beklaagd. De linksachter kon het koude Rusland (voorlopig) achter zich laten en weer dichter bij huis voetballen. Aanvankelijk leek zijn
transfer naar Dinamo Moskou sportief wel een voltreffer, maar in het tussenseizoen liep het mis.
Büttner verklaart wanneer het precies fout ging in Rusland: “In juni kwamen we op de club. Iedereen was ontslagen. De technische staf, allerlei personeel. De club kende grote financiële problemen, er was een nieuwe president gekomen en die sneed rigoureus in de hele clubâ€, klinkt het in
Sport/Voetbalmagazine. “Er werd ingezet op Russische spelers, alle buitenlanders moesten vertrekken. ‘Zijn ze hier helemaal gek geworden?’, zeiden we met de spelers nog tegen elkaar. Maar wat kan je beginnen? Niets.â€
“We moesten allemaal vertrekken, maar ze wilden wel cashen. In de zomer was er veel interesse, maar Dinamo vroeg doodleuk zes miljoen euro voor me. In tussentijd vertrok alles en iedereen. Jongens als Douglas, Balázs Dzsudzsák en Valbuena, met wie ik veel optrok, vonden allemaal een nieuwe club. Ik kwam maar niet weg, terwijl de nieuwe trainer tegen me zei: ‘Ik vind je een goede speler, wil je graag opstellen, maar het mag niet van de voorzitterâ€, aldus de Anderlecht-man.