Een blessure in het voetbal kan zware gevolgen hebben. Maar zo zwaar dat het echt levensbedreigend wordt, valt quasi nooit voor. Voor Lierse-speler Jonas Vinck was echter wel van dat.
Vinck werd binnengebracht in het ziekenhuis met een blessure aan de meniscus: “Ik moest geopereerd worden en zou vier tot zes weken buiten strijd zijn. Draaide dat even anders uit. De tweede dag nadat ik uit het ziekenhuis werd ontslagen, begon mijn knie opnieuw zeer te doen. Eerst dacht ik dat dit niet abnormaal was, maar op de duur was die pijn niet meer te harden. Slapen lukte niet meer en zelfs stilzitten was te pijnlijk. Na een paar dagen hebben mijn ouders me dan terug naar het ziekenhuis gebracht.” Start hij zijn verhaal in HLN.
“In Lier trok een verpleegster twee spuiten vol etter uit mijn knie. Toen was duidelijk dat er iets grondig fout was. Bleek dat er een vleesetende bacterie in mijn knie was gekomen. Het volgende dat ik weet was dat ik wakker werd op de afdeling intensieve zorgen, met allemaal tubes aan mijn lijf. De bacterie bleek zich al te hebben overgezet op mijn organen en trok zelfs naar mijn hart.”
In Het Nieuwsblad wordt pas echt duidelijk hoeveel geluk het jeugdproduct van AA Gent heeft gehad: “Er werd me achteraf verteld dat ik was binnengekomen met maar twintig procent overlevingskans. Dat was wel even slikken. Wat me heeft gered? Puur geluk denk ik."
POLL: Zal hij ooit nog de oude worden?