Dit seizoen zal er voor het eerst een beloftekern zijn bij KSV Oudenaarde. De beloftenkern zal niet onder het hoofdbestuur van de tweedeklasser vallen, maar wordt toegevoegd aan de werking van het jeugdbestuur van voorzitter Kurt Vandeputte.
Oefenmeester Stefan Leleu geeft meer uitleg. "De overgang van de U19 naar een eerste elftal in tweede nationale is te groot. Daarom dat wij nu werk maken van een echte beloftenkern met achttien spelers, die op dezelfde wijze zullen trainen als de A-kern en ook dezelfde manier van spelen zullen hanteren. Op die manier zullen spelers wel rustig kunnen doorgroeien en wordt het gemakkelijker om de stap te zetten naar de A-kern. Bovendien kunnen wij op die manier snel een langdurig letsel van iemand uit de A-kern opvangen."
Het is voor een tweedeklasser niet altijd makkelijk om de jonge spelers bij de club te houden. "De stap hoger naar tweede nationale is immers moeilijker. Wij zijn bang dat spelers anders te snel zullen beslissen om weg te gaan. Geduld is belangrijk, maar soms kan het snel gaan. Kijk maar naar Viktor de Coker! Door een letsel van een speler groeide hij sneller dan verwacht door naar het eerste elftal. Hij greep zijn kans met beide handen. Klaas van den Bossche is een ander voorbeeld. Bij hem heeft het veel langer geduurd voor hij een vaste waarde werd in onze eerste ploeg. Hij bewijst dat het een tijdje kan duren voor je een kans krijgt. Wie talent heeft, krijgt ooit zijn kans, dat is zeker.
"Timi de Smet krijgt de volgende maanden zijn kans. Ook hij is een speler die enkele jaren actief was bij de jeugdploegen van KSVO. Na twee seizoenen bij de beloften van AA Gent, krijgt hij de kans om een plaats in het eerste elftal af te dwingen", aldus de coach van KSV Oudenaarde.