De voorbije weken kwamen door 'Operatie Propere Handen' heel wat wantoestanden aan het licht in de Belgische voetbalwereld, vooral met betrekking tot de band tussen bepaalde spelersmakelaars en clubbestuurders. Vooral het totale gebrek aan regelgeving wordt aangeklaagd, maar enkele clubs blijken daarbij ook boter op het hoofd te hebben.
"De manier waarop er met makelaars wordt gewerkt, is nergens erger dan in België wegens een totaal gebrek aan transparantie en onbestaand respect voor contractuele afspraken. De regelgeving over makelarij in België loopt lichtjaren achter op andere beschaafde voetballanden, zoals Engeland, Nederland, Duitsland, Frankrijk, Spanje, Portugal en zelfs Italië. Er zijn dingen gebeurd tussen makelaars en clubleiders die niet correct waren. De regelgeving in België moedigt dat aan", doet Jesse De Preter, advocaat en in het verleden CEO van Lierse, aan in Sport/Voetbalmagazine.
"Als bestuurslid werkte ik in 2012 in de profliga mee aan een streng en duidelijk reglement, met transacties die langs een clearing house, een controleorgaan, passeren en heel transparant zouden zijn. Dat werd in de juridische commissie besproken, tot er protest kwam van Laurent Denis, een aantal makelaars, maar ook van Dirk Degraen namens Genk, van Mehdi Bayat namens Charleroi, en van Anderlecht. Daarna werd het voorstel vreemd genoeg in een gemengde commissie afgekeurd."