Erwin Mulder is blij met het feit dat Ronald Koeman in 2011 trainer van Feyenoord werd. De doelman van de Rotterdammers vindt namelijk dat dat voor vertrouwen heeft gezorgd, zo vertelde hij woensdag in
Voetbal International. Onder Mario Been, de huidige trainer van KRC Genk, had Mulder dat vertrouwen niet.
"De trainer heeft weliswaar altijd gezegd dat als ik weer fit was, ik zijn eerste keeper zou zijn. Maar tussen het zeggen en waarmaken zit vaak een wereld van verschil. Alleen dat is niet het geval bij Koeman. Deze trainer geeft mij ontzettend veel vertrouwen en dat is weleens anders geweest. Onder de vorige coach (Mario Been, red.) degradeerde ik ineens in een week tijd van eerste naar derde doelman. Ik was onderdeel van een soort tombola, kon eerst worden verhuurd en daarna ineens niet meer. Er was geen touw aan vast te knopen", sprak Mulder.
Onder Koeman veranderde dat. "Sinds de komst van Koeman is er duidelijkheid. Ik ben gewoon de eerste keeper van Feyenoord en voor het eerst voel ik dat zelf ook helemaal. Zo'n proces gaat met vallen en opstaan. Ik draai er niet omheen: in het begin was ik niet goed genoeg. Voor een piepklein deel heeft dat te maken met de onduidelijkheid die er toen was, met de angst na een fout je plek te verliezen."
"Dat is nu niet meer aan de orde, na een fout sta ik volgende week gewoon weer tussen die palen. Dankzij dat vertrouwen kon ik groeien en speelde ik vorig jaar zó sterk dat ik begin dit seizoen het rugnummer 1 heb geaccepteerd. Vorig seizoen speelde ik bewust met nummer 17, omdat ik vond dat ik het eerst moest verdienen eerste keeper te zijn van Feyenoord. Daarvoor, vond ik, moest ik gewoon een seizoenlang goed en constant keepen. Daarom durf ik nu voor het eerst te zeggen dat het shirt met nummer 1 mij gewoon toebehoort."