Normaal zou het een volksfeest moeten zijn, maar door Covid-19 vindt de bekerfinale nu al voor de tweede keer op rij zonder publiek plaats. Zonde, want opnieuw staat er een ouderwetse knalaffiche op het programma. Net als uittredend laureaat Antwerp en Club Brugge een achttal maanden geleden, strijden Standard en KRC Genk straks dan ook voor een leeg Koning Boudewijnstadion om de Croky Cup. Het maakt de belangen er langs weerskanten niet minder groot om.
Om te beginnen willen beide ploegen natuurlijk maar al te graag een trofee bijzetten in de prijzenkast. Voor de Limburgers zou het bekerzege nummer vijf betekenen, nadat ze voorlopig in 2013 voor het laatst aan het langste eind trokken. Tussendoor verloor Genk de enige finale in de clubgeschiedenis tegen … Standard. Drie jaar geleden kopte Renaud Emond de Rouches immers in de verlengingen naar een achtste overwinning in 17 pogingen, waarvan drie in het voorbije decennium. Een landstitel zat er al die tijd niet in, maar vieren in Brussel mochten de Luikenaars dus des te meer. Meteen werd op die manier ook de onderlinge rivaliteit nog wat verder gevoed, zo ondervond onder meer Mehdi Carcela de afgelopen dagen. Bovenop het eremetaal en de eeuwige roem staat er tot slot uiteraard tevens een Europees ticket op het spel, zij het slechts voor de voorronde van de Europa League. Desalniettemin zowel in de Luminus Arena als Sclessin een kostbaar bezit.
VAN DEN BROM VS LEYE
Werk aan de winkel dus voor Mbaye Leye en John van den Brom, die allebei hun persoonlijk palmares hopen aan te vullen. Als nieuwbakken trainer oogt de erelijst van die eerste voorlopig vanzelfsprekend nog maagdelijk wit, toch betreedt hij op de Heizel geen vreemde grond. Gedurende zijn actieve carrière betwiste de ex-spits met AA Gent, Standard en Zulte Waregem namelijk maar liefst vier finales, waarbij hij driemaal in het winnende kamp stond – en zelf slechts één keer scoorde. Dan heeft Van den Brom minder geluk in de cup. In ons land strandde hij destijds met Anderlecht op dramatische wijze in de halve finale, in Nederland bereikte de coach in de voorbije vier campagnes drie keer de finale. Twee jaar na elkaar ging zijn AZ echter kansloos onderuit, bij Vitesse was vorig seizoen corona spelbreker.
Dringend tijd om komaf te maken met die trauma's, en eindelijk op het hoogste schavot te eindigen. Van den Brom moet dan wel zijn 16 jaar jongere collega zien af te troeven, iets waar hij vorige maand niet in slaagde. Bij het eerste treffen tussen beide clubs, eveneens een gelijkspel, zaten trouwens nog Hannes Wolf en Philippe Montanier op de bank. Het lijkt al een eeuwigheid geleden. Sinds de laatste ontmoeting is langs weerszijden daarentegen weinig gewijzigd. Genk liet punten liggen tegen Antwerp, maar zit voor het overige net als Standard – dat drie matchen op rij won – in een vrij goede flow. Verder zijn dezelfde pionnen van toen ook nu weer allemaal fit. Geen geheimen en alle kaarten op tafel dus, wat maakt dat we tevens tússen de lijnen van tevoren een aantal sleutelduels kunnen aanduiden.
VANDEVOORDT VS BODART
Starten doen we onder de lat. Weliswaar over een veilige afstand van een honderdtal meter, en dus ruimschoots conform met de coronamaatregelen, kijken daar met Maarten Vandevoordt en Arnaud Bodart twee beloftevolle Belgische doelmannen elkaar in de ogen. Al bedraagt het verschil tussen beide sluitstukken, respectievelijk 19 en 23 lentes jong, toch nog vier jaar. Dat uit zich dan ook in de ervaring die ze reeds opdeden. Vandevoordt, die na zijn vroege vuurdoop pas sinds kort definitief overnam van Danny Vukovic, zit nu aan 20 optredens voor Genk. Bodart stond al 82 keer tussen de Luikse palen. Op een blunder viel het betrouwbare product van eigen kweek daarbij zelden of nooit te betrappen, waar Vandevoordt ondanks zijn immens talent af en toe nog schoonheidsfoutjes begaat.
Allebei moeten ze straks bij de pinken zijn. Zo mogen we hopen op meer spektakel dan in 2018, en zal dan vooral Bodart wellicht heel wat werk moeten opknappen. De offensieve vuurkracht waartegen hij het moet opnemen, is per slot van rekening van het beste wat de Jupiler Pro League te bieden heeft. Een paar goede reddingen zullen vermoedelijk dus toch nodig zijn. Om dan wie weet zélf nog eens te scoren? Aan de overkant wordt het voor Vandevoordt alleszins zaak om 90 minuten bij de les te blijven, niet vanzelfsprekend voor een doelman die nog groen ziet achter de oren. Standard staat er immers om bekend toe te slaan als een duiveltje uit een doosje. Zelfs indien de Rouches weinig gevaar creëren, blijft het dan ook opletten voor voorzetten, snedige tegenprikken en schoten vanuit de tweede lijn.
LUCUMI VS KLAUSS
Na een lange zoektocht vond Leye bovendien eindelijk de juiste mix voorin, met João Klauss en Jackson Muleka als complementaire tandem. De afgelopen weken loopt die laatste in de kijker met vier treffers in evenveel wedstrijden, waarvan eentje tegen Genk. De zomeraankoop nam mede door blessureleed een wat trage start, maar bewijst nu alsnog zijn waarde. Én bovenal zijn neus voor doelpunten. Muleka, bedreven in de kunst van het afwerken van voorzetten aan de eerste paal, mag dus zeker niet nogmaals aan de aandacht van Carlos Cuesta en Jhon Lucumi ontsnappen. Belangrijker nog is evenwel dat het Colombiaanse duo Klauss niet uit het oog verliest. De Braziliaanse bliksemafleider is meer dan louter een aanspeelpunt of breekijzer. In 13 duels was de winteraanwinst goed voor vijf goals en vier assists.
Klauss aan banden leggen, en Genk zet dus een aanzienlijke stap richting een goede afloop. Als een onorthodoxe spelmaker is het tenslotte toch vooral de diepe spits die Standard doet draaien. Om hem het leven te zuur te maken tekent Van den Brom dit keer allicht in de eerste plaats op Lucumi, net op tijd weer in betere doen. Afwachten of het hem komende zomer werkelijk een toptransfer oplevert. Nu moet zijn focus echter vol op Klauss, vorig keer nog goed voor een goal én assist, liggen. Wij kijken alvast uit naar de potige lijf-aan-lijfgevechten tussen de krachtpatsers. Anderzijds is het ook aan Lucumi en Cuesta om de opbouw van achteruit te verzorgen, niet meteen hun grootste kwaliteit. Benieuwd of zij dan om kunnen met de druk van de Luikenaars, die geregeld uitpakken met een gretige pressing.
HEYNEN VS AMALLAH
Zo niet vormt natuurlijk de lange bal op Paul Onuachu een handige uitweg. In dat geval slaan de Limburgers dus wel het middenveld over, wat wij hier uiteraard niet willen doen. Bryan Heynen, Patrik Hrosovsky en Kristian Thorstvedt, die wat doet denken aan een betere versie van Michel Vlap, vormen daar de laatste tijd een geslaagde combinatie. Leye durft dan weer iets meer goochelen met zijn precieze samenstelling in de as. Dé constante bij de Rouches is evenwel Selim Amallah. Ook hij werd dit seizoen gehinderd door blessures, maar stilaan draait de motor terug op vol toerental. De afgelopen twee matchen vond de Luikse dirigent drie keer de weg naar de netten, en ook zijn vormcurve gaat in stijgende lijn. Niet alleen Klauss en Muleka, ook Amallah moet Genk dus continu in de gaten houden.
Die opdracht wordt wellicht aan Heynen toevertrouwd. De aanvoerder beschikt immers over de nodige discipline én metier om zich met verve van die taak te kwijten. Bovendien kan hij Amallah, die telkens zonder morren zijn defensieve opdrachten uitvoert, ook omgekeerd in de problemen brengen. Anders dan de typische 'zes' trekt Heynen namelijk graag al eens mee naar voren. Hem louter opvangen met een lagere pion lijkt dan een riskante zet, gelet op de vele bewegende stukken voorin bij de Genkenaars. Wie loopt straks dus achter wie? Het is een vraag die doorgaans op de flanken wordt gesteld, maar hier doet de kwestie zich tevens op het middenveld voor. Vast staat alleszins dat Amallah en Heynen, een krachtmeting om duimen en vingers bij af te likken, meer dan eens in elkaar buurt zullen komen.
BONGONDA VS SIQUET
Dat geldt natuurlijk ook voor Théo Bongonda en Hugo Siquet, waar hetzelfde spelletje zich dus wél langs de zijlijn afspeelt. Al rekent Bongonda vooral op Thorstvedt en de spelers achter hem, met name Hrosovsky en linksback Gerardo Arteaga, om de jonge rechtsachter van Standard op te vangen. Diens aanvalsdrang kan in dat opzicht een grote troef vormen, want meeverdedigen is nu niet bepaald de voornaamste kwaliteit van zijn rechtstreekse tegenstander. Mogelijk valt er hier dus wat te rapen voor de Rouches, al dient Siquet wel met overleg naar voren te stormen. Als er één ding is waarin Bongonda wél uitblinkt, is het per slot van rekening wel het benutten van de ruimtes wanneer ze zich voordoen. Op een goede dag, die hij tegenwoordig wel vaker heeft, is de dribbelkont zelfs compleet onhoudbaar.
Onuachu is de topschutter en dus Van den Brom zijn meest prominente wapen, Junya Ito stond even aan de kant maar was daarvoor eveneens in topvorm – én wist Bodart in hun vorige confrontatie twee keer te passeren. De dodelijke drietand kan dan ook langs alle kanten prikken, met backs Arteaga en Daniel Muñoz die tevens hun steentje bijdragen om dreiging te creëren vanaf de flanken. Toch ligt de focus van Leye misschien best vooral op de Genkse linkerkant, waar Bongonda de laatste tijd weer als een wervelwind tekeer gaat. Zijn onderling duel met Siquet belooft zondagavond in Brussel alvast een van dé sleutels richting bekersucces te worden, en mee te bepalen of de Croky Cup richting de Luminus Arena dan wel Sclessin verhuist. In de hoop op een Europees ticket duimen diverse concurrenten voor dat eerste scenario. May the best man win.