RSC Anderlecht en Beerschot nemen het namiddag tegen elkaar op. Beide ploegen hebben nood aan een zege. Onze redactie polste bij Jorn Vancamp, ex-spits bij beide clubs, naar zijn toekomst en zijn verleden bij de Brusselse en Antwerpse club.
De nog altijd maar 22-jarige Jorn Vancamp vertrok begin september bij Beerschot nadat de club communiceerde dat het contract in ‘onderling overleg’ werd ontbonden. De Belgische aanvaller is momenteel nog een transfervrije speler.
"Het is ambetant dat ik zonder club zit, maar er toonden al veel clubs interesse. Voorlopig is er nog weinig concreet nieuws, maar we zijn toch bezig met een aantal ploegen. Het is leuk om te horen dat er nog interesse is in mij en ze weten wat ik nog allemaal kan betekenen voor een team. Ik hoop de komende dagen of weken duidelijkheid te krijgen en weer een club te vinden", opent Vancamp.
Roda JC
Onlangs was er het nieuws dat Vancamp meetrainde bij Roda JC. Daar speelde hij in het seizoen 2017/2018 24 wedstrijden in de
Eredivisie. "Ik heb even meegetraind bij Roda JC met de bedoeling om er terug fit te geraken en er ook een contract af te dwingen. Mentaal voelde ik mij er echter niet goed, ook al lag dat mogelijk aan mezelf omdat het grote vertrouwen er nog niet was. Het voelde niet goed aan en daarom ben ik ook gestopt bij Roda. Als ik mij ergens niet goed voel, heeft het geen nut om een goed draaiende ploeg tot last te zijn. Ik train nu mee bij de Free Pro Players en dat is een heel goede groep, met jongens als Renato Neto en ook Benjamin Mokulu die er meetrainen. Dat is heel tof, maar ik verlang uiteraard naar een club."
Vancamp heeft zijn nodige dosis pech al gehad. Hij liep een aantal zeer vervelende blessures op. "De voorbije 2,5 à 3 jaar sukkelde ik van de ene in de andere blessure. Er was eerst mijn kruisbandblessure aan de knie in een periode waarin ik tot op heden mijn beste niveau ooit haalde. Dat was balen, maar ik kwam zeer sterk terug. Dan liep ik een jaar later een enkelblessure op en brak de coronapandemie uit. Nadien is het op en af gegaan met kleine scheurtjes, spierverrekkingen… Daar ben ik nu vanaf en ik ben blessurevrij. Dat doet zeer veel deugd."
"Het was zeker geen makkelijke periode. Ik sprak met veel mensen zoals een mental coach en personen uit mijn omgeving. Dat is zeer belangrijk geweest voor mij, want zij hebben mij doorheen die moeilijke fase geholpen.”
RSCA weer naar de top
Vancamp volgt
Anderlecht, de club waar hij onder René Weiler zijn profdebuut maakte, nog op de voet. “Ik vind Anderlecht leuk voetbal op de mat brengen. Vincent Kompany is een coach die de jonge gasten kansen geeft en ik vind het geweldig om te zien dat jongens als Yari Verschaeren, Hannes Delcroix en Anouar Ait El Hadj zich tonen. Ik heb nog met hen samengespeeld op Neerpede, dus dat is wel plezant om hen zo te zien groeien.”
"Volgens mij gaat Anderlecht wel de top drie halen.
Club Brugge steekt er met kop en schouders bovenuit, want zij halen een niveau dat niemand haalt in België. Maar Kompany en Anderlecht hebben een visie waarbij ik denk dat ze binnen enkele jaren weer terug aan de top zullen staan.”
Vancamp heeft niets dan goede herinneringen aan zijn jaren bij Anderlecht. "Mijn periode bij Anderlecht was op heel veel vlakken leerrijk: inzake dagelijks leven, school, training… Ik ben blij dat ik nog deel heb mogen uitmaken van de kern die voor de laatste titel zorgde bij Anderlecht. Dat is iets waar ik mij aan optrek in deze moeilijke periode voor mij. Ik trainde er samen met spelers als Youri Tielemans, Dennis Praet, Leander Dendoncker… Het is leuk om hen dan EK’s en
WK’s te zien spelen.”
Einde in mineur bij Beerschot
Beerschot is dus de voorlopig laatste club geweest van Vancamp. Zij kennen een dramatisch seizoen met een 2 op 33. "Beerschot is natuurlijk een heel ander verhaal. Ze gaan het heel moeilijk hebben om in Eerste Klasse A te blijven. Ik vind het zeer spijtig voor de jongens en mensen waarmee ik heb samengewerkt bij Beerschot. Het draait momenteel niet goed en hopelijk zal het met de nieuwe coach snel beter worden. Ik hoop voor de fans en de spelers dat ze het nog redden.”
Bij Beerschot was het begin zeer goed voor Vancamp, maar het einde laat een wrang gevoel achter. "Bij Beerschot ging het met ups en downs. Mijn eerste half jaar onder Stijn Vreven was mijn beste periode in het profvoetbal. Misschien niet qua statistieken, die beter kunnen bij mij, maar wel de manier waarop ik speelde op negentienjarige leeftijd. We speelden toen zeer goed. We wisten toen net niet te promoveren, maar die zware knieblessure die ik er toen opliep was een zware domper. Ik keerde sterk terug, maar onder Hernan Losada speelde ik in het begin niet veel. Er was een ander systeem en het werd moeilijk. Toch wist ik weer in de ploeg te komen en toen had ik de pech dat ik door mijn enkel zakte."
"Daar is het eigenlijk voor mij geëindigd bij Beerschot, want nadien speelde ik er niet meer. Wat er daarna richting mij is gebeurd, was ook niet leuk voor mij. Er zijn zaken gebeurd die niet hadden moeten gebeuren. Ik wil er echter niet dieper op ingaan. Ik had nochtans gehoopt Beerschot via de grote poort te verlaten, maar dat is niet gelukt. Ik ben de fans, spelers, mijn trainers Vreven en Losada zeer dankbaar. Er zijn ook enkele mensen die ik minder dankbaar ben… Toch hoop ik dat ze zich redden!”