Dinsdagavond wordt het laatste rechtstreekse WK-ticket aan een Europese land uitgedeeld. De drie kandidaten zijn: Noorwegen, Turkije en Nederland. Onze noorderburen beschikten voor aanvang van de interland-break over veruit de beste papieren, maar plots wordt het een avondje bibberen en beven voor Oranje.
Afgelopen zaterdag kreeg Nederland een gouden kans om zich voor het eerst sinds 2014 terug te plaatsen voor de eindronde van een WK. Grote concurrent Noorwegen liet onverwacht punten liggen tegen Letland en dus was Oranje groepswinnaar indien het zelf won op Montenegro. Na een 0-2-voorsprong mocht de champagne ook stilaan ontkurkt worden. Maar in de tweede helft ging het licht volledig uit, waarop de Montenegrijnen er alsnog 2-2 van maakte. Een complete wanprestatie, de kritiek vanuit het thuisfront was ongemeen scherp.
Door dat scenario nam de druk plots gevoelig toe. Indien Oranje dinsdagavond thuis verliest van Noorwegen en Turkije wint, grijpt het immers naast een ticket voor de barrages en zit er dus helemaal geen WK in. Ondertussen doken ook nog eens blessure-zorgen op. Defensieve sterkhouder Stefan de Vrij haakte zondag af, maandag geraakte bekend dat ook doelman Justin Bijlow niet beschikbaar zal zijn. Zelfs bondscoach Louis van Gaal ligt in de lappenmand. Hij kwam zwaar ten val en zal dinsdag vanuit een rolstoel coachen.
GEEN FANS
Als klap op de vuurpijl gooide ook het corona-virus roet in het eten. De Nederlandse regering kondigde vrijdag namelijk een reeks strenge maatregelen af, waaronder het sluiten van de tribunes bij grote sportevenementen. Oranje zal het in de cruciale match daarom zonder de vocale steun van zijn legioen moeten doen. En dus belooft het spannend te worden tot in de laatste minuten. Nederland mag zelfs van geluk spreken dat sterspeler Erling Haaland door een blessure ontbreekt bij de Noren, die desondanks alles of niets zullen spelen.