Johan Boskamp was ongeveer 20 jaar geleden trainer bij Anderlecht. Hij had toen toppers als Luc Nilis, Marc Degryse, Philippe Albert en andere onder zijn hoede. Een groot verschil met het huidige Paars-Wit, waar het net ontbreekt aan ervaren krachten.
De jongere spelers deelden de voorbije weken regelmatig in de kritiek, maar dat is niet helemaal correct. Dit seizoen waren het vaak jongens als Zeno Debast, Mario Stroeykens, Noah Sadiki en Julien Duranville die de ploeg bij meermaals bij de hand namen. Dat is uiteraard een geen normale situatie, zij zouden zich net moeten kunnen optrekken aan meer ervaren leiders. Het heeft dus niet enkel met een zogenaamd 'mentaliteitsprobleem' te maken.
Bij jongere ploegen is het vrij normaal dat met ups en downs gepresteerd wordt. Neem de 'Gouden Generatie' van België als voorbeeld. In de beginjaren presteerden de toen nog jonge smaakmakers ook met hoogtes en laagtes omdat zij meteen al de kar moesten trekken. Naarmate de jaren vorderden werden zij matuurder en gingen ze op een constant niveau presteren. Een logische evolutie.
GEEN VOORTREKKERS
Bij Anderlecht zijn er eveneens te weinig ervaren spelers die de ploeg bij de hand kunnen nemen. Dàt is het grote probleem en Boskamp legt bij Humo de vinger op de wonde. "Anderlecht heeft wél nog goede jeugdspelers, hoor. Het probleem is dat de inkomende transfers de ploeg niet meer beter maken. Van hen moet de meerwaarde komen, maar die brengen ze niet meer. Dan hebben de mensen in de bestuurskamer het slecht gedaan. Misschien moet dáár iets veranderen", aldus de Nederlander.