Een kat het nauw maakt rare sprongen. Met de rug tegen de muur ziet Ronny Deila zich stilaan dan ook genoodzaakt om drastische maatregelen te treffen bij Club Brugge. Daarbij lijkt hij een van zijn meest trouwe luitenants al dan niet tijdelijk aan de kant te schuiven.
We hebben het dan niet over Philip Zinckernagel, die door de terugval van Antonio Nusa allicht gewoon blijft staan. Deila is in principe geen fan van roteren, maar de voorbije weken sleutelde hij niet louter door blessures continu aan zijn elftal. In zijn zoektocht naar een antwoord op de malaise probeerde de coach met wisselend succes vooral op het middenveld intussen reeds verschillende combinaties uit.
Deila verdedigt defensie
Aan zijn formule centraal achterin raakte Deila evenwel nauwelijks. Nochtans liggen Brandon Mechele en Jorne Spileers al maandenlang onder vuur. Niet onlogisch: na 13 speeldagen hield Simon Mignolet welgeteld twee keer de nul, in Europa zijn de clean sheets al even schaars. Dat het duo daarbij ook af en toe zelf niet vrijuit gaat doet de striemende kritiek aan hun adres alleen maar nog luider opzwellen.
Deila liet het tot dusver niet aan zijn hart komen en bleef pal achter zijn defensieve tandem staan. Zo stak de Noor al meermaals de loftrompet op over Mechele – "een voorbeeldprof" – en neemt hij ook Spileers geregeld in bescherming. "Op verdedigend vlak zijn er werkpunten, maar hij wordt elke week beter. Jorne is snel, heeft lef en is goed aan de bal. Ik zie iemand met heel veel potentieel", klonk het recent.
"Het gaat hier niet enkel om matchen winnen, maar ook over spelers ontwikkelen. Als je jongeren geen tijd geeft lukt dat niet", voegde hij eraan toe. Mede daarom haalde Vincent Mannaert afgelopen zomer tegen alle verwachtingen in geen extra verdediger in huis. Een verhaal waar Deila, die sowieso weinig inspraak eist in het transferbeleid, gretig in meeging. Tenslotte wou hij liever geen te brede selectie.
Bovendien dacht Deila toen nog tevergeefs dat hij Dedryck Boyata kon reanimeren. Een missie die, net zoals bij Roman Yaremchuk, helaas mislukte. In de pikorde moet de (ex-)Rode Duivel tegenwoordig zelfs Joel Ordóñez voor zich dulden. Hoewel hij voorlopig nog altijd in de wachtkamer zit geloven Deila en zijn bazen rotsvast in de 19-jarige Ecuadoriaan, voor wie Club toch een viertal miljoen op tafel legde.
Mannaert mikt (te) hoog
Nog een reden om te vertrouwen op de huidige mix, die volgens Deila moest volstaan. "Ik heb Vincent gezegd dat hij enkel nog iemand moet kopen als hij een directe meerwaarde vormt. Anders vind ik het geldverspilling", was de coach er midden augustus van overtuigd dat hij genoeg kwaliteit voorhanden had. Zelfs zonder de vetpotten van de Champions League was er aan inkomsten nochtans geen gebrek.
Een maand eerder had Abakar Sylla immers de kassa laten rinkelen. Club gooide nog wel een lijntje uit naar onder andere Pascal Struijk, maar de vette vissen beten niet. Misschien richtte Mannaert, die de voorbije jaren wel vaker te hoog mikte, zijn angel dus op de verkeerde vijver. Blauw-Zwart verkoos om de centen dan maar op zak te houden, en eventueel in januari bij te sturen. Een juiste gok, zo leek het.
Voor het sluiten van de mercato was er namelijk geen vuiltje aan de lucht. Sindsdien gaat het evenwel van kwaad naar erger, en blijkt de beslissing om Sylla niet te vervangen alsnog een vergissing. Niet dat het ongeleid projectiel, vandaag bankzitter in Strasbourg, een sterkhouder was: play-offs inbegrepen verscheen hij vorig seizoen slechts 16 keer aan de aftrap. Ook toen al werd Sylla echter steevast gemist.
Net zoals zijn voorganger Stanley Nsoki nam hij vooral in de opbouw veel initiatief. Met tal van andere voltreffers als Stefano Denswil, Odilon Kossounou en zelfs Simon Deli bewees Mannaert ruimschoots een oogje te hebben voor dit soort profielen. Toch besloot hij om het budget elders te spenderen, en – zoals op wel meerdere posities – opnieuw te rekenen op een interne oplossing om het gat te vullen.
Opmars van Spileers
Wie weet vervoegt Ordóñez ooit wel het bovenstaande lijstje. Bovendien was de leergierige Spileers het pleit van Sylla sowieso al aan het winnen. De bewuste keuze om de kaart van de jeugd te trekken, en hen zeker niet te blokkeren met tweederangs targets, valt in zekere zin dus best te verantwoorden. Alleen kwam er op die manier ineens wel uiterst veel druk op de frêle schouders van Spileers terecht.
Amper 13 maanden geleden reisde hij nog met de trein naar Jan Breydel voor zijn debuut, waarna Carl Hoefkens toch teruggreep naar de gevestigde waarden en Scott Parker hem links liet liggen. Rik De Mil daarentegen gunde hem volop zijn kans. Toen de T1 ad-interim het roer overnam zat Club aan slechts twee clean sheets in haar laatste 15 competitieduels, een situatie die sterk doet denken aan vandaag.
Met de tiener voor zijn neus hield Mignolet prompt vijf keer in zes wedstrijden zijn netten schoon. In de PO's betaalde Spileers wel leergeld – de benodigde kilo's ontbreken nu nog steeds. Van alle jonkies die onder De Mil aan bod kwamen is hij niettemin de enige die een basisstek wist te bemachtigen. Na een sterke voorbereiding begon het 18-jarig product van eigen kweek als onbetwiste titularis aan het seizoen.
Meer nog: van alle veldspelers hebben enkel Vanaken en Mechele meer kilometers op de teller. Alleen tegen AA Gent en STVV begon Spileers op de bank, ook tegen Akureyri en Beerschot kreeg hij een adempauze. Des te opvallender is zijn afwezigheid in de 22-koppige kern waarmee Blauw-Zwart straks Lugano bekampt. Van een blessure is alvast geen sprake: de Jonge Duivel werd simpelweg gepasseerd.
Voorbeeld van Debast
Nu het blijkbaar niet volstond om zijn middenveld te herschikken lijkt het geduld van Deila dus op. Met het mes op de keel ziet hij zich genoodzaakt om zijn mening bij te stellen en Spileers te slachtofferen. Mogelijk deels om het zelfkritische talent tegen zichzelf te beschermen, want door de opeenstapeling van jeugdzondes oogt hij alsmaar onzekerder. Niet echt geholpen door het falend collectief uiteraard.
Behalve zijn wekelijkse foutjes – vooral op hoge ballen blijft Spileers kwetsbaar – durft hij bijvoorbeeld minder vaak inschuiven. Nochtans is het een van zijn voornaamste troeven. Cruciaal voor de Brugse opbouw ook, die anders te eenvoudig wordt lamgelegd. Een crosspass als Zeno Debast heeft hij niet in de benen, maar met zijn goeie voetjes en rust aan de bal vertolkt Spileers daar nu al een essentiële rol.
Mede daarom staat hij telkens als een van de eerste namen op het wedstrijdblad, al heeft de matige concurrentie daar ook wat mee te maken. Anderlecht vergat eveneens een tijdje om haar beloftevolle jeugd te omringen met volwaardige back-ups. In het geval van Debast, die de tussenstap in 1B net zoals Spileers grotendeels oversloeg, pakte die dunne spoeling goed uit om gaandeweg nog verder te rijpen.
Een luxe die Spileers zich echter niet kan veroorloven. Mentaal is hij sterk, maar voor zijn ontwikkeling gaat het net iets te snel. Onder meer in de duels schiet het lichtgewicht nog tekort. Met amper twee gele kaarten in 33 matchen mist Spileers net als veel van zijn ploegmaats ook een tikkeltje venijn. Club is te braaf en heeft nood aan zogenaamde 'smeerlapjes', merkte Mignolet een tijdje geleden reeds op.
Wie naast Mechele?
Hoewel hij aanvankelijk de bluts met de buil wilde nemen is ook Deila tot het inzicht gekomen dat het dringend tijd is voor verandering. Het geloof in Spileers zijn potentieel, wiens contract deze zomer nog werd opengebroken, blijft onaangetast. Toch betaalt hij even het gelag voor de steken die hij de laatste tijd liet vallen. Van het antwoord op het gebrek aan stabiliteit in de achterhoede naar de oorzaak ervan?
Benieuwd wie Deila straks koppelt aan Mechele, die niet lijkt te wijken. De alternatieven zijn alleszins beperkt. Acht hij Ordóñez eindelijk klaar voor het echte werk? Of kiest de coach voor ervaring en haalt hij Boyata, voor het eerst sinds lang nog eens bij de selectie, vanonder het stof? Een tandem die tegen AA Gent en STVV, toen hij verrassend voor een trio achterin opteerde, weliswaar niet bepaald klikte.
Achteraf had Deila, die zelden afwijkt van zijn 4-3-3, spijt van het experiment. Toch valt het niet uit te sluiten dat hij nog eens sleutelt aan zijn systeem en pakweg Mechele, Bjorn Meijer en Ordóñez of Denis Odoi met z'n drieën achterin postvatten. Dankzij de terugkeer van Tajon Buchanan kan die laatste ook in een verdediging met vier opschuiven richting het centrum om het plekje van Spileers over te nemen.
Hetzelfde geldt voor Meijer, samen met Éder Balanta – louter op papier een optie – de enige linkspoot. Voor de overige kandidaten is het toch een handicap. Zelf blijft de Nederlander liefst dichter tegen de zijlijn, ook Deila ziet hem als linksback. Nood breekt evenwel wet, te meer omdat Meijer nog niet de oude is. Dan lijkt Maxim De Cuyper momenteel beter geschikt om al dan niet de hele flank af te draven.
Belofte van Verhaeghe
Van de defensie van eigen kweek waar Club een tijdje terug mee uitpakte dreigt alvast nog weinig over te schieten. Vooral in het geval van Spileers liep Blauw-Zwart iets te hard van stapel, met een serieus hiaat in de selectie tot gevolg. Het manco van een klasbak achterin dreigt nu wel degelijk zuur op te breken. En dat terwijl er bij elk van de vier verdedigers al van tevoren vragen konden worden gesteld.
Het feit dat Jack Hendry de meubelen onder Parker nog moest komen redden sprak ook al boekdelen over de nood aan een kwaliteitsinjectie. Toch besloot het bestuur om de signalen te negeren en de zaken op hun beloop te laten. Bart Verhaeghe beloofde reeds om die blunder recht te zetten in januari. Afwachten of het volstaat: ondanks het play-offsysteem was het kalf vorig seizoen toen al verdronken.
Twee jaar geleden daarentegen wist Club het tij nog te keren na een geslaagde correctie halfweg – en, opgelet Deila, mét een nieuwe coach. De prioriteit is alleszins duidelijk: een linksbenige verdediger, bij voorkeur eentje met voetballende én fysieke capaciteiten. Liefst een leider ook, al staat daarop geen leeftijd. Een aanzienlijk wensenpakket, maar Mannaert stond in het verleden voor hetere vuren.
In wat wie weet zijn laatste wintermercato wordt moet hij zijn kunstje nog één keer herhalen, met dat verschil dat een directe impact dit keer vereist is. Het plan om vaker uit de eigen kweekvijver van Club NXT te vissen wordt dan maar op de lange baan geschoven. Niet in het minst door Deila, die in zijn jacht naar meer balans, controle, evenwicht en organisatie even geen plaats meer heeft voor Spileers.
AD