Arsenal deed goede zaken in de Champions League-wedstrijd tegen Olympique Marseille. In Frankrijk bezorgde invaller Aaron Ramsey zijn elftal in de blessuretijd de overwinning. Manager Arsène Wenger waakt echter voor te veel euforie.
The Gunners kenden in de Premier League een dramatische seizoensstart, maar in het kampioenenbal gaat het de ploeg van Robin van Persie een stuk beter af. Dankzij de 0-1 zege op Marseille staat de club uit Londen bovenaan in groep F, met zeven punten uit drie wedstrijden.
Wenger was dan ook tevreden met het resultaat, maar vindt dat zijn elftal met beide benen op de grond moet blijven staan. "We klaarden de klus pas laat, omdat we een moeilijke start van de wedstrijd hadden. We leden te veel balverlies in de eerste helft. Marseille werd de tweede helft niet meer gevaarlijk, maar verdedigde goed. Uiteindelijk werden we toch beloond, omdat we bleven drukken."
De Fransman zag dat zijn elftal weer een stap voorwaarts had gezet, maar weet ook dat zijn manschappen er hard voor moeten blijven werken. "We moeten hard werken, want dit is een elftal dat nog steeds moet groeien. De volgende thuiswedstrijd tegen Marseille zal een belangrijke zijn."