Club Brugge: waardeloos. Gent: kwetsbaar.
Anderlecht: een zootje ongeregeld.
Ziedaar de 3 belangrijkste titelkandidaten en het predikaat dat hun prestatie van afgelopen weekend verdient. En dus vonden we moeiteloos de uitblinkers bij de 3 uitdagers.
Standard en Kortrijk leveren elk vier spelers af, Charleroi drie.
Ik was zelf getuige van het collectieve enthousiasme dat met de overwinning van Charleroi tegen AA Gent gepaard ging. 'Les Zèbres' huppelden in de eeste helft langs alle kanten voorbij de Buffalo's, kregen het nadien moeilijk, maar verrasten vriend en vijand in blessuretijd.
Neeskens Kebano, de opperzebra, is één van mijn persoonlijke favorieten dit seizoen.
De gelukzaligheid die zijn winnende treffer ontlokte bij het gewone volk op Mambour was werkelijk ontroerend. Tribunes gehuld in uitzinnige vreugde. Twee ploegmaats mogen mee in het elftalbusje. Vooreerst Clement Tainmont.
Goochelaar én werkpaard. Altijd dreigend vanaf links. Ook Javier Martos is erbij, het slot op de deur van Sporting. Spaanse no nonsense en toch ook Catalaanse flair. Opgeleid in de Masia van Barcelona.
In de perszaal van het Stade du Pays de Charleroi zagen we hoe Kortrijk Club Brugge nogmaals de broek afdeed. Brugge met de billen bloot. Brecht Capon, Oostendenaar met blauwzwarte scholing, mocht zich offensief tenvolle uitleven.
Zijn doelpunt bezegelde al vroeg het lot van de leider. Lijder vooral. Heel KVK presteerde op niveau. Poulain was achterin de vleesgeworden onverzettelijkheid, De Mets de metronoom op het middenveld. Bepaler van het ritme, ingenieur opruimingswerken. En als er na rust toch wat dreiging kwam van Clubzijde, dan was er ook nog Henkinet.
Het lachen vergaat stilaan hen die Standard hooguit een klein bijrolletje hebben toegedicht in de film die het verhaal vertelt van deze play-off I. Sclessin is weer een fort. Een oninneembare vesting. Dat Anderlecht er nogmaals zou sneuvelen viel al van de opstelling af te lezen. Maar meer dan over het ondermaatse van de kampioen hoort hier een ode aan Standard. Het heilige vuur is aangewakkerd en brandt weer fier bovenop de schoorstenen van Luik. Aan de boorden van de Maas zien we weer hoe spelers - getooid in rood en wit - hun duivels ontbinden.
Muren worden moeiteloos gesloopt als Carcela en co ontketend raken. Plots is Igor De Camargo weer z'n beste zelf. Goed voor twee assists, tonnen werkkracht, lopend labeur. Zo jammer dat z'n omhaal het doel op een haar na miste. Mujangi Bia dolde met de tegenstand, alsof de aanwezige Mpoku in het wat bonkiger lichaam van Geoffrey was gekropen. En compliment toch ook aan Eyong Enoh. Met het hoofd op het kapblok begon hij vorige week in Jan Breydel, waar hij toch één van zijn twee domme rode kaarten had opgepikt, vanwege een tackle recht uit de wildernis. Met een aureool van een engeltje maakte hij de 90 minuten vol.
Gedisciplineerd als een Chinese gymnast. Met dank aan José Riga. Ik sprak hem afgelopen vrijdag. Twinkeling in die blauwe kijkers van 'm. De Richard Gere van het trainersgild. 'We willen iets doen, samen met ons publiek'. En of ze dat deden.
In een zinderende maar correcte sfeer trouwens. Riga heeft sinds zijn aanstelling heel goed gekeken, geluisterd en gehandeld. Velen op scherp gezet, iedereen vertrouwen gegegeven. Vorige week was te vroeg voor Imoh Ezekiel, maar tegen Anderlecht was hij niet te houden. Een pijlsnelle pigmee op voetbalschoenen, inclusief springveer. Wie gekscherend gegokt heeft op Standard als kampioen loopt minstens tot komende vrijdagavond met een soepele tred door het leven.
Peter Morren