John van den Brom was in het verleden hoofdtrainer van KRC Genk. De Nederlandse oefenmeester ziet de Limburgers nu aan de leiding staan in de Jupiler Pro League. Ook in de Champions Play-Offs is de formatie van Thorsten Fink goed gestart met een zes op zes.
KRC Genk won afgelopen speeldag met 1-2 op het veld van RSC Anderlecht, ook een ex-club van John van den Brom. De Nederlandse oefenmeester sprak met Het Laatste Nieuws en liet zich onder meer uit over zijn ontslag bij de Limburgers.
Flauw ontslag
Van den Brom vond de reden voor zijn ontslag erg flauw. “Ik werd gebeld met de vraag om om 16u naar de club te komen om een koffie te drinken… — ik zweer het je. Ik kom het zaaltje binnen en ik zie naast Dimi ook Erik (Gerits, red.) en de voorzitter (Peter Croonen, red.) zitten. Ik zeg met mijn grote mond: ‘Oei, dat wordt een sterk bakkie koffie.’ Dimi zei niet veel… Je krijgt dan te horen: ‘Geen greep meer op de groep’.’ Vond ik zo ontzettend flauw."
De Nederlander was ook niet akkoord met enkele keuzes van het bestuur. “Ik was echt boos om mijn ontslag. Voorin had ik Théo (Bongonda, red.), Paul (Onuachu, red.), en Ito. Die drie hadden samen 65 goals gemaakt in mijn eerste seizoen. En dán… Hoewel ze alle drie nog onder contract lagen, wilde de club die jongens tevreden houden, en kregen ze alle drie een financiële opwaardering. Dat heeft noch de drie spelers noch de rest van de kleedkamer goed gedaan.”
Overbetaald
Volgens van den Brom werden de sterkhouders van KRC Genk overbetaald. Jaloezie binnen de selectie was er niet. “Da’s een groot woord, maar je hebt ze daar overbetaald, vind ik. Ik ben zeker dat het ervoor zorgde dat Ito, Onuachu, en Théo minder hebben gepresteerd in dat tweede seizoen. Twee dagen na mijn ontslag hebben Marjan en ik alles in de verhuiswagen gestopt. ‘Gaan we nog iets uit eten?’, vroeg ik aan Marjan.”
Van den Brom toonde zich vervolgens de ‘grotere man’. “Toen kwamen we bij dat restaurant, en wie zitten daar samen aan een tafeltje? Dimitri en Mathieu (ondervoorzitter Mathieu Cilissen, red). ‘Kom erbij zitten’, vroeg Mathieu. Dimitri vond het een zeer ongemakkelijke situatie. Maar ik liet mij niet kennen, en toen ze met de rekening kwamen, zei ik: ‘Kom, ik betaal dit hier, je hebt me toch genoeg meegegeven, Dimi.’ Dat vond ik zo geweldig van mezelf.”