Vrijdagavond wordt in München het startschot gegeven voor het Europees kampioenschap 2024. Een drietal dagen later beginnen ook de Rode Duivels aan hun toernooi. Voorlopig is het echter koffiedik kijken waar de limieten van de Duivels liggen.
Op basis van de twee vorige EK's lijken de kwartfinales het hoogst haalbare. In 2016 vormden die immers het eindstation na een tactisch drama tegen tegen Wales. Drie jaar geleden werden de Belgen opnieuw gewipt in de kwartfinales, dit keer vormde de latere eindwinnaar Italië de kwelduivel van dienst.
Aan bondscoach Domenico Tedesco en zijn manschappen om in de komende weken beter te doen. Daarvoor kunnen de Duivels alvast rekenen op verschillende troeven. Kevin De Bruyne blijft bijvoorbeeld een spelmaker van wereldniveau, terwijl Romelu Lukaku aan de lopende band blijft scoren bij de nationale ploeg.
Achilleshiel in achterhoede
Daarnaast staat heel wat jong talent te popelen om zich te tonen. Zo wordt veel verwacht van Jérémy Doku na zijn puike eerste seizoen bij Manchester City. Ook jongens als Johan Bakayoko, Amadou Onana, Charles De Ketelaere, Loïs Openda, ... bewezen op clubniveau dat ze zich kunnen meten met de Europese top.
Daar tegenover blijft de achterhoede voor twijfels zorgen. De defensie was sowieso al de achilleshiel van deze ploeg en wordt nu ook nog eens getroffen door een heuse blessuregolf. Momenteel zitten er slechts vier verdedigers in de selectie die volledig vrij zijn van fysieke muizenissen.
Minstens één tegengoal per match
Analist Philippe Albert vreest dan ook dat deze defensieve problemen grote gevolgen kunnen hebben. "Jullie kennen mijn vrees: zonder een oplossing voor de verdediging zal het lastig worden om voorbije de kwartfinale te gaan. Zelfs om voorbij de eerste knockout-wedstrijd te raken. In de huidige situatie zal België altijd één keer meer moeten scoren dan de tegenstander, want ze slikken elke match minstens één doelpunt. Als Vertonghen en Theate niet snel terugkeren, zal het overleven worden", klinkt het bij SudPresse.