Hein Vanhaezebrouck ruimde bij AA Gent vorige zomer plaats voor Wouter Vrancken. Als analist laat de ex-coach van de Buffalo's af en toe evenwel nog eens zijn licht schijnen op zijn voormalige werkgever. Zo deed hij een opvallende vaststelling na de voorbije speeldag.
In zijn wekelijkse column voor Het Nieuwsblad nam Vanhaezebrouck dit vooral tegenstander van afgelopen weekend Union onder de loep. In een match waarin weinig te beleven viel bleef de brilscore logischerwijze op het bord. Wat de Brusselaars betreft blijkt het gebrek aan scorend vermogen al een tijdje een probleem. Dan blijkt AA Gent iets beter bij schot: met 18 goals doen slechts vier ploegen beter.
Kritiek van Vanhaezebrouck
Met een derde plaats in de ranking lijkt er dan ook geen vuiltje aan de lucht in de Planet Group Arena. Toch ziet Vanhaezebrouck ook daar een pijnpunt opduiken, met name de manier waarop er collectief druk wordt gezet. In dat klassement prijken de Buffalo's momenteel pas op de negende plaats. Een zorgwekkende evolutie volgens de ex-trainer, zo vertelde hij aan zijn ghostwriter Koen Van Uytvange.
"Op dat gebied beleven ze volgens hem een heel ander seizoen dan de voorgaande jaren, toen ze echt een ploeg waren die druk zetten. Ook voor hij daar was trouwens, voor je denkt dat het over hemzelf gaat. Nu zitten ze echter in de middenmoot", klinkt het in Sjotcast. Dat valt niet te wijten aan de aanpak van Vrancken, want vorig jaar was zijn Genk ook nog een van de ploegen die het best druk zette.
Vrancken niks te verwijten
"Volgens mij ligt het dus niet aan wat hij wil, maar wel aan wat ze kunnen of doen soms. Dat is denk ik ook wat Vrancken bedoelt wanneer hij het over een tekort aan agressiviteit heeft. Dat ze er niet kort genoeg opzitten. Er is nog veel ruimte voor verbetering. De trainer ziet dat ook, maar het is elke week hetzelfde liedje: Vrancken die er blijft op hameren dat ze wat agressiever mogen zijn", luidt het verder.
"Daar heeft hij gelijk in, maar er zijn ook andere punten. Puur qua kwaliteit word ik er niet warm van. Ze komen vaak goed weg en er zijn er die het slechter doen, maar er is nog veel werk aan en ruimte voor verbetering. Ik heb het gevoel dat er nog een puzzelstuk ontbreekt", besluit Van Uytvange. Mogelijk kan een van de vele nieuwkomers die nog een aanpassingsperiode beleven straks soelaas bieden.